maandag 28 maart 2011

Koning van de Voorjaarscompetitie

Driewerf hoezee! Dankzij mijn 3e overwinning dit prille wielerseizoen ben ik door mijn ploeggenoten gekroond tot Koning van de Voorjaarscompetitie. Klinkt goed hè?! De echte wielrenners weten wel beter: de koningen van de voorjaars-, of zomeravondcompetitie worden niet met "Zijne Excellentie" aangesproken in het peloton. De Koning rijdt niet op een gouden fiets, heeft geen onderdanen die frisse bidons voor hem halen en mag het niet doen met de rondemiss. Onder de douche wordt er soms schamper gesproken over de Koning. Hij regeert namelijk alleen in wedstrijden die er weinig toe doen. Koersjes op de dinsdagavond, met een kilo zalm van de lokale visboer als hoofdprijs. De Koning is te groot voor het servet en te klein voor het tafellaken. Ook ik heb als nederige onderdaan wel spot gedreven over een vroegere vorst. Maar stiekem, heel diep in het hart wil elke wielrenner wel eens Koning zijn. Ook al is het van de Voorjaarscompetitie.

Zondag won ik in Doetinchem de finale-wedstrijd van de SIJC-Voorjaarscompetitie in de A-klasse. Al vrij snel ontstond er een kopgroep van 6 man, die na een half uur goed samenwerken het peloton dubbelde. Tijdens het afsprinten van het peloton besloten enkele renners vlak achter mij het asfalt eens van dichtbij te bestuderen. Samen met een andere attente koploper wist ik aan deze racefiets-domino te ontkomen. Ik vermoede dat ik na 4 weken zonder trainen te weinig power zou hebben voor mijn handelsmerk -een demarrage in de laatste 3 kilometer- en besloot op de sprint te gokken. Mijn metgezel dacht er blijkbaar net zo over. Pas op 200meter voor de streep ging ik van kop af aan en wist hem in een spannende spurt nipt te kloppen.


Is getekend,
Zijn Koninklijke Voorjaars Hoogheid,
X. Bakker
Op weg richting de kopgroep

dinsdag 15 maart 2011

En met die handjes....

.... de lucht in!
Zege Fortmond, dank aan Michel Warlich voor de foto.
Maar het allermooiste aan deze foto is natuurlijk die fantastische originele rondebel, links in de boom geschroefd.

zondag 13 maart 2011

Bizarre dubbelslag

Wat een absurd weekend! Zo heb je 2 weken geen pedaal meer rond gedraaid en sta je op het punt de fiets aan de wilgen te hangen, en zo heb je 2 dagen later een overwinning achter je naam staan. Wat zeg ik? Twee overwinningen!

Want vandaag was het weer raak. De overwinning van gister proefde zoet, en smaakte naar meer. En als ik de fietsdraad weer op wil pakken, laat ik daar dan ook direct werk van maken. Er stond een man of 60 aan de start vanochtend in Fortmond. Plaats van acte was een rondje van zo'n 4 kilometer, met weinig beschutting, een aardig windje en smalle wegen. Na wat schermutselingen en kopgroepjes waar ik zelf ook bij betrokken was, reed na ruim een half uur koers ploegmaat Raymond samen met een jongen van de IJsselstreek weg. Ze hielden een half uur knap stand, maar het was kansloos tegen een compact peloton met nog een uur koers voor de boeg. Met nog 3 kwartier te rijden viel de slag. Een groep van 6 pakte razendsnel 45 seconden. Ik zat er bij. Jammer genoeg moesten we met 3 man het kopwerk doen. Van de andere 3 kon er een niet, de ander was een B-klasser en mocht na een kwartiertje stoppen, en de 3e verzaker wilde niet. Een gelouterd elite-renner van De IJsselstreek weigerde kopwerk te doen, maar sprintte later wel mee voor de ereplaatsen. Slappe hap in een trainingswedstrijd. 

Onze voorsprong schommelde tussen de 45 seconden en minuut, maar we wisten het vol te houden. Op zo'n 3 kilometer voor het einde plaatste ik een demarrage die door niemand beantwoord kon worden. Al snel wist ik dat de mannen niet meer terug zouden komen. De laatste 2 kilometer spookte er van alles door mijn hoofd. Weer winnen! Dit kan eigenlijk helemaal niet!

En toch! Twee zeges in 2 dagen. Al zijn het trainingswedstrijden, het maakt me niet uit. Een betere motivatie om mijn fietsavontuur voort te zetten kon ik niet krijgen. Als die suikers zich nou toch eens fatsoenlijk zouden gedragen...

Uitslag A-klasse:
1. Xandrijn Bakker, Zwolle
2. Pieter Paul de Weerd, 't Harde
3. Michel Warlich, Heerde
4. J. Van Lochem, Aalten
5. Niels van Otterloo, Marle
10. Raymond Koch, Zwolle

Hoe bestaat het... overwinning!

Zaterdagochtend. Suiker: ok. Laat ik toch nog eens kijken of ik het nog bij kan houden tijdens de voorjaarscompetitie op FlevOnice. Als ik mijn kortstondige elite-carriere nog een vervolg wil geven, dan moet het nu wel gebeuren. Loat goan! Ik veegde de modder van de Ster van mijn fiets en meldde me aan de start. Zou het niet lukken, kon ik me altijd nog terug laten zakken naar de B-klasse. Maar het lukte. En hoe! De spiervezels jubelden. Hoezee, die ouwe suikerlijer gaat weer 's wat doen!

Bij de 2e tussensprint durfde ik me voor het eerst voorin te vertonen. Ik won de sprint. Met nog een half uur te gaan reed er 4 man weg. Sorry Adri Visser, ik bedoel natuurlijk 3 man en een hele sterke vrouw. Ik ging in de achtervolging, kreeg 2 man mee en wist het gat met de nodige moeite na 5 km dicht te rijden. De groep van 7 draaide een half uur goed door en we reden en groupe naar de eindsprint. Niemand waagde een ontsnapping. Ik ging de sprint van kop af aan, en... hoe bestaat het! De eerste keer op de fiets na 2 weken kommer en kwel, en meteen de overwinning! Natuurlijk, de beste elite-renners stonden ditmaal niet aan de start, but who cares... ik kan het nog!

Hier de uitslag.

Fiets aan de wilgen

Deelname aan de Ster van Zwolle was het einddoel van mijn plotselinge ingeving om 100 dagen te leven en trainen als topsporter. Ik stond er, tussen de grote mannen aan de start op het Grote Kerkplein. En in de voorafgaande trainingskoersen bleek zelfs dat ik iets meer kon dan alleen het peloton opvullen. Ik kon gewoon goed mee met de elite-jongens. Mission impossible accomplished. Tweede doel was het op peil brengen van mijn al jaren schommelende suikerwaardes door het uitvoeren van een Spartaans trainingsschema. Na wat horten en stoten in de eerste 2 maanden, begon het er in februari echt ergens op te lijken. Nog wel pieken en dalen, maar een lager gemiddelde en 15% minder insuline. Kortom, "Xandrijn spuit en koerst in 100 dagen naar de Ster", was een bijzonder geslaagd experiment.

Op de maandag na het Ster-weekend ging het direct faliekant mis. De suikerwaarden vlogen naar skyhigh en waren met geen spuit naar beneden te krijgen. Niet een paar dagen, maar 2 weken lang met een gemiddelde bloedsuikerpeil van 16.0 en dagelijkse pieken van ver boven de 20. Voor de leek: 6,5 is de streefwaarde. Dat lijkt niet alleen nergens op, maar daar word je simpelweg niet oud mee. Verklaring? Tsja, zeg het maar...

Symptomen van zulke hoge suikers voor een sporter: lamlendigheid, vernauwing van de aders (geen maximale spiercontractie mogelijk), verbranding van het eigen lichaam (bv vetten) ipv glucose uit de bloedbaan, en een fors verhoogd vochtverlies. En last but not least zeer snelle vorming van melkzuur en andere afvalstoffen. Het komt er dus op neer dat je 1. geen zin hebt om te trainen 2. als je gaat trainen ben je niet vooruit te branden en verzuur je razendsnel en 3. mogelijk breek je het lichaam meer af dan dat je iets opbouwt.

Dus heb ik na de Ster de fiets 2 weken niet aangeraakt. Langzamerhand kwam ik tot dezelfde conclusie die ik jaren eerder ook al eens getrokken heb: mijn lichaam is niet geschikt voor topsport. Het Ster-project was prachtig. Misschien moet dat maar een memorabele afsluiter worden van mijn carrière als wedstrijdsporter.

Tot zover dit zielige verhaal. Blèèrk.... ik hou helemaal niet van dit soort zelfmedelijden, maar het is zoals het is.

dinsdag 1 maart 2011

In de krant (2)

Keiharde wielerwetten en complete anarchie
door Jan Pieter Borgmeijer. maandag 28 februari 2011

De één wordt na nog geen half uur gesommeerd de koers te verlaten en rijdt, voortgestuwd door adrenaline, kilometers lang briesend achter de bezemwagen.

De ander vindt in de gevechten op leven en sportieve dood zijn natuurlijke habitat en knijpt pas in de remmen als de benen als natte vaatdoeken onder zijn lichaam bungelen. Voor de Hanzerenners en de meeste coureurs van De IJsselstreek was deze Ster van Zwolle hun eerste. Bijzondere avonturen uit het achterland van een wielerkoers.

"Kom ik naast die Duitser rijden, zegt-ie: 'Die sind ganz verrückt'." Heeft Xandrijn Bakker in ieder geval iets om lachend aan terug te denken. "Het was direct na de start een enorm gevecht om voorin te blijven. Er gebeurde veel, maar de jongens die hier rijden, kunnen wel sturen. Ze zeilen overal omheen, maar blijven toch op de fiets."

Zijn kennismaking met de klassieke seizoensopener was een korte. "Ik kreeg een derailleur in mijn voorwiel. Die was zwaar overleden", vertelt de 33-jarige debutant van de Hanzerenners. Het peloton was nog maar net Zwolle uit. "Ik moest wachten op een nieuw wiel en ging daarna in de achtervolging." Daarbij kreeg Bakker volgens de jury teveel steun van ploegleider Kees van Dorp. Er ging zonder aarzelen een streep door zijn naam. "Het was nog voor Wijhe, maar ik ben uit frustratie tot Lemelerveld achter de bezemwagen aan gereden."

De IJsselstreek had toen inmiddels ook de eerste renners verloren. Martijn Knevelbaard en Henri Mol halen Raalte niet. "Henri weet niet wat hem overkomt", ziet assistent-ploegleider Robert van Plateringen in de auto. "Hij ging alleen mee in de trainingsrondjes en rijdt nu ineens met de Raboploeg. Dat is toch leuk."

Dat vindt Mol zelf ook, zegt hij een frisse douche en een wijze les later. "In een criterium kun je rustig achterin hangen, dat hoef je hier dus niet te doen." Toch een mooie ervaring, zegt hij.

Ismaël Kip stopte vorig jaar met fietsen en zit nu achter het stuur van de IJsselstreek-auto. Hij loopt het lijstje met zijn renners langs. "Martijn van de Belt komt net over van de junioren, maar is een renner met potentie. Hij weet wat hij wil, is ook altijd op de trainingen. Hij rijdt hier ook wel, maar kan in de beloftencompetitie echt stappen gaan maken."

Als club uit de regio werd De IJsselstreek net als de Hanzerenners aan het internationale startveld toegevoegd. Het contrast is groot. Al bij de permanence achter het FC Zwolle-stadion. Terwijl de Rabobankploeg de bus voorrijdt en de vrachtwagen begint uit te laden, zoekt IJsselstreek-mechanieker Luki Brink in een hoekje naar een beschutte plek.
Van de acht Hanzerenners halen Bart Rijpma (67ste) en Leon van Leusen (96) de finish. De IJsselstreek heeft alleen Alex de Lange, op plaats 24. "Het was weer complete anarchie", zegt hij tevreden. Een omgeving waarin debutant Van de Belt, net negentien, zich heerlijk voelt. "Mijn eerste wedstrijd als belofte, ik heb het op me af laten komen. Het waaierrijden is het mooiste. Het gevecht om je te plaatsen. Het ging beter dan verwacht." Pas bij Hasselt gaat zijn kaarsje uit. "Jammer. Heel jammer dat ik hem niet heb uitgereden."
 
http://www.destentor.nl/sport/grootzwolle/article8236745.ece

Voordringen bij de start...

zondag 27 februari 2011

Lieve vrienden,

- Dag 101: terugblik-
Het plezier was gister van korte duur, maar ik heb genoten. Genoten van de entourage bij de start, genoten van de totale oorlog in de eerste 5 kilometer ("Scheize, sie sind ja ganz verrückt!!"). En vooral genoten van de vele aanmoedigingen bij de start en langs het parcours. Hoe vaak ik mijn naam heb gehoord, fantastisch! Dank je wel, ook de vrienden die tevergeefs stonden te wachten in Raalte, op de Lemelerberg, in Ommen en zelfs die ene optimist in Kampen.

Ik stond bij de start wat achteraan, omdat ik zo lang mogelijk warm wilde blijven. Als binnenstadbewoner ken ik alle vluchtheuvels, stoepjes en middengeleiders, en zat na 500meter in de neutralisatie al op de eerste rij. Ik was messcherp en draaide als vijfde Zwolle uit, de grote weg op richting Wijhe.

Wielsponsor gezocht...
Nadat ik de derailleur van de man voor me in mijn voorwiel kreeg, was deze op slag overleden. The rest is history, zie mijn brief hieronder. Na de disqualificatie zat ik zo vol adrenaline dat ik vol gas over het parcours ben doorgereden; Eerst achter de bezemwagen, tot de politie me van de weg stuurde. Daarna alleen over het fietspad, zo'n 25km met 39km/u gemiddeld, wat een superbenen. In Lemelerveld ben ik gestopt om de ploegmaats aan te moedigen en ben daarna weer ingepikt achter de bezemwagen. Ploeggenoot Raymond reed er voor, en zo kon ik hem nog mooi even aanmoedigen.

Frustratie er uit gefietst, protestbrief geschreven en gedoucht. Daarna op de IJsselbrug, vlak voor de finish, ploegmaats Leon en Bart aangemoedigd. Ai... wat waren er nog veel renners in koers. Hé, die jongen was vorige week in Sleen gelost, en die daar had ik er ook af gereden. En die, en... Shit. Uitrijden had gekund. Dat was pas écht een gave ontknoping geweest van de "100 dagen naar de Ster".

Niettemin, het was een prachtig, en in alle opzichten geslaagd project. Met een lichte, maar zekere verbetering van de suikers, én het glansrijk behalen van het doel: het rijden van de Ster van Zwolle. Drie maanden geleden leek het een onmogelijke opgave. Maar het is gelukt! Met dank aan diverse personen, maar vooral mijn lieve vriendin. Vanavond zuipen, morgen kijken we weer verder.

Best jurylid,

Ik begrijp best dat u ook een beetje zenuwachtig was voor de eerste koers van het jaar. En dat u wat nerveus werd van de aanwezigheid van een Spaanse superbobo van de internationale wielerbond UCI. Geeft niks hoor, ik was zelf ook een tikkie gespannen. En dat u mij uit koers hebt genomen omdat ik mij niet aan de regels heb gehouden neem ik u niet kwalijk. Regels zijn regels niet waar?

Bedankt dat u mij heeft gewaarschuwd toen ik na 12km met een kapot voorwiel aan de verkeerde kant van de weg op de ploegauto stond te wachten. De linkerkant is een doodzonde, had ik moeten weten. Sorry dat ik niet tussen de als dolle rijdende ploegauto's met gestresste ploegleiders ben overgestoken om alsnog rechts te gaan staan.

U had al uit deze actie kunnen concluderen dat ik een zeer onervaren renner ben. Het had voor u gepleit daar een beetje rekening mee te houden. Maar ja, regels zijn regels nietwaar?

Ik ging dwars door de wind in volle achtervolging op het peloton. Natuurlijk was het slimmer geweest om van auto naar auto te springen, maar ja, onervarenheid. Na een kilometer had ik op eigen kracht al een deel van de achterstand goed gemaakt. Op dat moment kwam de ploegauto langs en gebaarde dat ik daar achter moest gaan rijden. En als de ploegleider dat zegt, dan twijfel je daar niet aan. De tandem ploegwagen-Xandrijn reed zo'n 700meter achter elkaar aan en haalde diverse auto's in. Toen kwam u langszij en riep mij toe dat het "einde oefening" was. Huh?!! Wattuh??!!! Ik dacht oprecht dat u deze woorden niet letterlijk bedoelde. Ik heb a la minute de auto weggestuurd, en ben op eigen kracht naar het peloton gereden. Toen ik op 30 meter was liet mijn ploeggenoot Raymond zich zakken om mij bij het laatste stukje te helpen.

En daar was u opeens weer op uw witte motor. "Je hebt me wel gehoord, je bent nu uit koers genomen wegens stayeren!" Ik was totally flabbergasted. Ik probeerde u nog uit te leggen dat ik mij van geen kwaad bewust was. Dat ik het stayeren na pech heel vaak op TV zie. Dat ik veel verhalen heb gehoord dat dit normale routine is in het elite-peloton. Dat u mij geen enkele waarschuwing heeft gegeven. U antwoorde: "moet je bij je ploegleider zijn, ik heb hem gewaarschuwd!" En u scheurde weg op uw motor.

Best jurylid, even wat feiten op een rijtje:
  • Achteraf heb ik gehoord dat het stayeren na pech normaal gesproken mag, maar alleen vandaag, bij wijze van proef, was verboden vanwege de upgrade naar een internationale UCI 1.2 wedstrijd. Ondanks de instructie bestond hier onduidelijkheid over bij de ploegleiders die dit totaal niet gewend zijn. Als statement heeft u de eerste de beste renner hard aangepakt.
  • U heeft na uw actie, en het onmiddelijke protest van mijn ploegleider, contact opgenomen met de Spaanse UCI-dame. U twijfelde zelf dus ook. Maar de wielerbons stak tot uw opluchting haar duimpje omhoog.
  • U wist dat ik voor een debuterende ploeg rij en ik onervaren ben.
  • Er was sprake van een nog compact peloton, na slechts 12 kilometer koers.
  • U wist dat ik als clubrennertje no way in aanmerking zou komen voor de prijzen, en dat zelfs uitrijden van de wedstrijd zeer lastig zou worden.
  • U wist dat ik voor de thuisrijdende ploeg reed en had kunnen weten dat er tientallen vrienden, kennissen en familie langs het parcours stonden. Zelfs op de plek des onheils stonden bekenden mij aan te moedigen.
  • U heeft mij tegen de reguliere procedures in geen enkele waarschuwing gegeven.
  • Ik heb mijn verhaal gedaan bij uw mede-juryleden bij de finish. Zij reageerden met: "oei, jij hebt echt wel pech gehad", "dat had ook anders gekund" en "zo had ik het nooit gedaan"

Best jurylid, tot zover kan ik u eigenlijk niks kwalijk namen. U heeft de regels gevolgd. Dat u het improvisatietalent ontbeert om hier naar de geest van de wedstrijd mee om te gaan, kan ik u hooguit met klem op wijzen. Maar best jurylid, als regels regels zijn, hoe verklaart u dan het volgende?

Achteraf hoorde ik dat u mijn ploegleider een waarschuwing heeft gegeven voor het voorbij rijden van andere ploegauto's, in achtervolging op mij. Natuurlijk had mijn ploegleider daar gehoor aan moeten geven. Dat onze ploegauto inmiddels tegen dezelfde regels in door diverse andere auto's was ingehaald "had u niet gezien", maar wel heel makkelijk kunnen zien, aan de hand van de volgnummers op de wagens. Niettemin, ik had hier zelf niks mee te maken, het gebeurde immers achter mij. U heeft dus mijn ploegleider een waarschuwing gegeven, maar de daar op volgende definitieve sanctie uitgevoerd tegen mij. Dit is niet correct. U had of mijn ploegleider uit koers moeten halen, of mij een waarschuwing moeten geven.

Nog pijnlijker is dat er later in de koers veelvuldig gestayerd is, zonder consequenties. Dat weet ik, dat weet u. Zelfs de latere winnaar Barry Markus schijnt na een (sanitaire?) stop kilometers lang achter de Rabo-auto te hebben gehangen. Mijn ploegleider heeft u (of een van uw collega's) daar op aangesproken. U verklaarde met droge ogen dat u dat niet heeft gezien. Ik weet echter dat u (of uw collega) wel degelijk bij ploegleider Nico Verhoeven bent geweest en heeft gezegd: "Niet meer doen hè?!". Best jurylid, dit is dus niet alleen een grove leugen, maar ook pure klassejustitie.

Best jurylid, ik had u in dit blog tot de grond toe af kunnen branden, met naam en toenaam. Ik wil mij niet verlagen tot dat niveau. Daarnaast wil ik u de kans geven te reageren op mijn ingeleverde protestbrief. U bent vast geen Stentor-lezer en volgt mijn blog niet. U weet niet wat ik er allemaal voor heb gedaan, en heb moéten doen om aan de Ster te rijden. Geeft niks, kon u ook niet weten. Nu weet u het wel. Neemt u even de moeite te reageren op mijn brief?
Met sportgroet,
Xandrijn Bakker

vrijdag 25 februari 2011

For fans only; startnr 231

Morgen dag 100: D-Day! Vorm is een ondefinieerbaar begrip, een ongrijpbare grootheid. Ik heb er in 100 dagen uit gehaald wat er in zit. This is it. Voor zover ik er klaar voor kan zijn, ben ik dat. Wat dat waard is? Geen idee! Maar ik heb er zin in. Héél veel zin! Bind die Bakker maar vast morgen na de start, anders demarreert hij al tijdens de neutralisatie.

Wil je dat meemaken? Volg dan de twitter van ploeggenoot Willem Kein Tijssink: http://twitter.com/willem_kleinti
Willem zit in de ploegauto en zal proberen tijdens de koers updates over de prestaties van de Hanzerenners te plaatsen. Verder staat het parcours en de deelnemerslijst op www.stervanzwolle.nl, en zijn er live flitsen te horen op Radio Oost.

Tips voor wie het hondenweer wil trotseren:
- Start 12.00u Grote Kerkplein (binnenstad), via oa Sassenstraat, Weth. Alferinkweg, Leo Majorlaan naar:
- 12.06u: kruizing Ittersumallee - Nieuwe Deventerweg (Zwolle Zuid)
- 12.45u: oversteek N35 te Raalte
- 13.00u en 13.17u Lemelerveld-Centrum
- 13.08u: Lemelerberg vanaf de steile kant (voor de liefhebbers van leedvermaak)
- 13.47u: doorkomst Zwolle over Ceintuurbaan (ravitaillering tussen FC Zwolle en McDonald's)
- 14.24u: passage Vechtbrug Ommen
- 14.55u: onder A28 door ter hoogte van afslag Nieuwleusen (Restaurant Lichtmis)
- 16.11u: finish Ceintuurbaan ter hoogte van FC Zwolle

Fietsvrienden, ik rij zaterdag undercover. De oude vertrouwde knalgele helm is ingeruild voor een blauw exemplaar. De gele schoentjes zijn wél van de partij.

In de krant

- Dag 99: 1u15min wedstrijdvoorbereiding -
Xandrijn Bakker, wielrenner met een missie, maakt morgen met zeven andere Hanzerenners zijn debuut in de Ster. foto Frans Paalman


Oplawaai voor eigen bestwil
door Jan Pieter Borgmeijer. vrijdag 25 februari 2011

De neutralisatie richting de rand van de stad en de dijk naar Wijhe zal opnieuw meer dan een tikkie nerveus zijn.

Voor Xandrijn Bakker kan de Ster van Zwolle er al ontploffen. "Als van de spanning mijn bloedsuiker omhoog gaat, spuit de verzuring mijn neus uit. Daarna zakt het heel snel. Ik moet in ieder geval zorgen dat ik veel reepjes in de zak steek."

Het zal een wedstrijd in een wedstrijd worden. Zoals het eigenlijk zijn hele leven al gaat. "Ik ben vanaf mijn tiende diabeet, type 1. Normaal kun je er goed mee leven, maar het probleem is dat mijn lichaam de insuline niet altijd even goed accepteert."

Als junior hoorde de geboren Fries bij de beste tien schaatsers van het land. "Maar op mijn achttiende ben ik abrupt gestopt." De geest wilde wel, maar het lichaam bleef haperen. Hij werd een jaar assistent-coach bij Jillert Anema's Blauwe Stadploeg met Gerard van Velde, Rintje Ritsma en Bianca Roosenboom. "Ik heb van de profs geleerd met dezelfde passie en toewijding te werken als zij."

Het vormt de basis van zijn eigen gezondheid. "Met mijn suikerwaardes had ik veel slechter moeten zijn. Maar ik ben beter dan dat omdat ik altijd veel gesport heb. En mijn suiker blijft het langst goed als ik in een strak keurslijf zit. Het idee is nu om mijn lichaam zo'n oplawaai te geven, dat het niet weet wat het overkomt. Ik hoop dat het dé truc is."

De 33-jarige inwoner van Zwolle besloot te gaan fietsen. "Eerst in de harige benenklasse, maar sporten is alleen maar mooi als je een doel hebt." Hij kroop onder de vleugels van Adriaan Helmantel, de begeleider van stadgenoot Kirsten Wild. Met de nieuw op te bouwen ploeg van de Hanzerenners vielen alle puzzelstukje samen. "Ik had precies honderd dagen. Ik hou een blog (xandrijn.nl) bij om gemotiveerd te blijven." Niet echt nodig, wel boeiend om te lezen. "Ik heb in december de basis gelegd voor de Ster. Weer, wind, pekel, de bidon bevroren. Ik hoopte voor morgen ook op Siberische toestanden, heroïsch."

Met een vijftiende plaats in de trainingsklassieker van Sleen beleefde hij een prachtige vuurdoop. "Ik wist niet of ik zou durven. Het is constant oorlog op die smalle weggetjes, maar ik merkte dat ze je respecteren als je wat kan. Ik heb genoten, besefte me dat ik een echte wielrenner ben. Toen heb ik wel een klein traantje weggepinkt."

http://www.destentor.nl/sport/grootzwolle/8223911/Oplawaai-voor-eigen-bestwil.ece

donderdag 24 februari 2011

Sonja eat your heart out!

- Dag 98: 1uur kracht/core stability en 1 uur spinning zonder weerstand -
Jiehaa! Een legendarisch moment vanochtend tussen opstaan en tandjes poetsen. Voor het eerst in bijna 15 jaar ben ik onder de 90 kilo! Op 28 november, dag 1 van de 100 dagen naar de Ster staat in mijn logboek: 96.7kg. Vanochtend ben ik twee keer op de weegschaal gaan staan om het zeker te weten. Niet liegen, drie keer. Het stond er echt: 88.9! Nu is dat nog ontiegelijk zwaar voor een wielrenner, en ik heb ook niet de illusie ooit fatsoenlijk een berg op te kunnen komen. De Lemelerberg zal in de Ster al bottleneck genoeg zijn. Dik ben ik nooit geweest, maar wel gezegend met een robuust lijf. Had ik maar niet zoveel moeten schaatsen vroeger. Schaatsers zonder dikke kont bestaan niet.

Eerlijk gezegd heb ik me eigenlijk helemaal niet zo bezig gehouden met mijn gewicht. Als suikerpatient is het namelijk geen sinecure om af te vallen. En voor een diabeet die zo schommelt met zijn suikers als ik, al helemaal niet. Een 'normale' diabeet bedenkt hoeveel hij zou willen eten op een dag. Op dat globale eetschema past hij zijn insulinehoeveelheid aan. De insuline zorgt er voor dat de suikers uit het eten in het bloed worden omgezet naar energie. Eet je een dag wat meer, heb je meer insuline nodig. Zo werkt het bij mij ook, ware het niet dat het suikergehalte in mijn bloed onverklaarbaar veel schommelt. Ik heb mijn insulineniveau aangepast op die hoge suikers, en dus niet op mijn eetpatroon, zoals eigenlijk zou horen. Gemiddeld dien ik mezelf dus teveel insuline toe, juist om de pieken op te vangen. Wanneer die pieken er niet zijn, betekent dat, dat ik extra veel moet eten. Kortom, om mijn suikers enigszins op peil te houden vreet ik nogal veel. Afvallen is dus lastig.

But I just did it! Het geheime recept om in 3 maanden 8 kilo af te vallen? Een enorme berg eierkoeken, snelle Jelle's en mueslyrepen. Weinig vet eten, en... oh ja, zo nu en dan een stukkie fietsen... Sonja Bakker eat your heart out!
Xandrijn inclusief ontbijt :wink:

woensdag 23 februari 2011

Help, ik word wielrenner!

- Dag 97: rust -
Vanuit de wedstrijd in Sleen moest ik direct door naar de wedstrijd SC Heerenveen - AZ. Ik had geen tijd om te douchen, dus snel een handdoekje er over heen en heel veel deo. Niet schoon, wel fris. Full speed ahead richting het Abe Lenstrastadion. Shit, parkeerkaart vergeten! Met een ander stuk papier moest het ook wel lukken. Tijd om elders in ergens in de wijk te parkeren had ik niet. Ik zwaaide vriendelijk met een zegelboekje van de Shell, en reed langs de verbouwereerde en half tegensputterende parkeerwacht op P1. Vlak voor het Frysk Folksliet kwam ik de skybox van Randstad binnen. De mannen van mijn klant DYKA zaten al op de tribune, en ik ging er bij zitten.


Het was bitter koud, en van de wedstrijd werd ik ook niet bepaald warm. Ik was blij dat het rust was en we lekker warm naar binnen konden. De 2e helft begon. Ik twijfelde. Zal ik binnen blijven? Een week voor de Ster wilde ik geen risico lopen op een verkoudheid. Maar hallo! Ik heb ook mijn principes. Als er iets not done is, dan is het wel voetbal kijken achter een glazen wand. Naar buiten dus. Muts op, kraag omhoog en sjaal voor de mond. Brrr... Maar moest dit nou echt? Drie maanden trainen ondergeschikt maken aan een kinderachtig principe?  Nee toch...? Hup, weer naar binnen! Zo zat ik de 2e helft met een glaasje Spa blauw achter het glas. Shame on me. Help, ik word een echte wielrenner!


dinsdag 22 februari 2011

De mannen van suiker

- Dag 96: 2,5uur ext duur met sprints -
Reed ik zaterdag in Sleen toch zomaar samen met een mede-spuiter over de finishlijn! Wat grappig! Bij een demarrage op 3 kilometer van de meet kreeg ik één renner mee. Op het moment dat hij overnam zag ik het pas: hij koerst voor Team Type 1! Daar had ik wel van gehoord. Een professionele wielerploeg uit Amerika waar meerdere renners met diabetes type 1 voor rijden. De boodschap van Team Type 1 is (ik citeer) "om medediabeten de inspiratie en hoop te geven dat zij hun dromen waar kunnen maken wanneer zij hun diabetes goed onder controle hebben." Klinkt net iets té glibberig Amerikaans, maar een geweldig goed project is het natuurlijk wel. Ik wist dat er Nederlandse jongen, Martijn Verschoor, voor de ploeg reed. Dit zou hem vast zijn!

In volle inspanning riep ik naar mijn medevluchter: "Ben jij Martijn?!" "Nee-hee!" Riep hij al hijgend terug. "Ben je diabeet?!", riep ik. De renner keek me verbaasd aan. Met wat voor idioot had hij nou het avontuur gekozen? Ging die gek een diepte-interview houden op 2 kilometer voor de streep? We lieten het gesprek voor wat het was. De beurten van mijn metgezel waren maar kort, het beste was er wel af. Ik gebaarde dat hij wel bij mij in het wiel mocht blijven. Spuiters onder elkaar, die flik je niet.

Dacht ik. Mooi wel dus. Vlak voor de streep kwam mijn vluchtmakker uit het wiel en met een kort sprintje passeerde hij me. Daar was ik niet op verdacht. Moest dat nou, voor een 14e stek? De coureur had zelf ook wel in de gaten dat zijn actie geen schoonheidprijs verdiende. Hij stak direct zijn hand naar me uit. No hard feelings for me, al had ik weer wat bijgeleerd. We raakten aan de praat. Olaf Kerkhof bleek inderdaad een mede-spuiter te zijn, en nog een heel leuke gast ook. Hij rijdt ook met een insulinepomp en ik vertelde hem over mijn Ster-project. "Misschien is Team Type 1 ook wel iets voor jou", opperde Olaf. "Hoe oud ben je eigenlijk?" "Ehhh.. laat maar", lachte ik hem toe.

Gisteren mailde Martijn me, ook hij had over mijn blog gehoord. Cool, Olaf, Martijn en Xandrijn, de Mannen van Suiker. Ik hoop de jongens dit jaar nog eens tegen te komen in de koers. En mochten we samen in de aanval zijn en één van hen wil niet overnemen, dan weet ik hoe ik ze kan pakken. Ik schakel  mijn eigen insulinepomp uit en pak de afstandbediening. Die dingen hebben vast allemaal dezelfde frequentie.
"Piep-piep, klik! En nu overnemen, anders geef ik je een shot insuline!"

maandag 21 februari 2011

Wie döt mij wat vandage!

- Dag 94: 3,5uur extensief duur -
De trainingsklassieker in Sleen van afgelopen zaterdag was de ultieme testcase. De crêpe tussen de poffertjes in 't Loo en de grote pannekoek die Ster van Zwolle heet.

Ik mocht starten van de arts. 'Maar niet forceren.' Wat moest ik daar nou mee? Starten = forceren. Anyway, starten dus. Ik zag wel tegen de koers op. Zou ik halverwege mijn antibioticakuur al meer zuurstof kunnen krijgen? En was ik bestand tegen de afstand (ruim 100km), het sterke deelnemersveld en de smalle weggetjes? En wat als ik weer de slag zou missen, kon ik me dan dit maal wel blijven motiveren?

Ik dacht terug aan de woorden van fietsmaat Sander afgelopen zondag. "Je hebt het aangedurft een uitdaging met jezelf aan te gaan. Vergeet niet er van te genieten!" Tuulk, genieten! En dat op een ronde tussen Sleen en Erm. Daar waar Daniël Lohues zo genoot op de fietse. Mocht ik het zwaar krijgen, dan moest Daniël mij er maar door heen slepen.

Ik trap de fietse deur 't buulzand hen, op 'n zandpad tussen Slien en Erm.

De koers was even lastig als simpel. Vlak na start/finish een brede weg met de wind in de rug, gevolgd door louter smalle weggetjes met de wind van op zij. Vanaf de start werd er op de brede weg 2 kilometer lang geschreeuwd, geduwd en voluit gekoerst voor een goede uitgangspositie in de bocht naar het eerste smalle weggetje toe. Ik was er op voorbereid, maar het overtrof mijn voorstellingen. Wat een geweldige strijd, elke ronde weer. Na de bewuste bocht zaten de eerste 10 man uit de wind in de waaier. Voor alles wat daar achter hing gold ieder voor zich, God voor ons allen. Klassiekerwielrennen in optima forma. Ik wist me er goed tussen te drukken. Na 20 kilometer viel de eerste grote slag. Zo'n 40 man bleef over. Yes, ik zat er bij, en neuriede stiekem:

Want achter op 't veld daor mag 'k graag wezen.
Wie dot mij wat, wie dot mij wat, wie dot mij wat vandage!

Foto: Rudie Ottens (XB met rode handschoenen)
Zestig kilometer later zat ik nog steeds in het eerste peloton. Soms brutaal meedraaiend in de eerste waaier, soms op het kantje, maar nooit echt in problemen. De groep was uitgedund tot een man of 30. Ik keek om mij heen en zag vooral veel renners die je gerust semi-profs mag noemen. Jongens van de grote landelijke ploegen. Gaaf, hier heb ik het voor gedaan!

A'k hier zo fietse en 't weijt nie slim dan giet 't haost vanzolf.
Wie dot mij wat, wie dot mij wat, wie dot mij wat vandage!

"Hé 53! Opletten! Benen even stilhouden als je wil dat ik overneem!" Ik schrok op en keek in het gezicht van een renner van Vacansoleil. "Sorry, is allemaal nieuw voor mij bij de elite!", riep ik terug. De jongen lachte en we maakten een kort praatje. Een 33-jarige debutant. Hij vond het mooi en begon me tips te geven. "Iets ruimer die bocht door als je op kop ligt!".
 
Want ik wul aal wieder, ik wul alles zien.
Wie dot mij wat, wie dot mij wat, wie dot mij wat vandage!


Op een onverwacht moment viel de definitieve slag. Dertien man reed weg op 15km voor de meet. Ik had eigenlijk nog wel wat over en zette op 12km de achtervolging in. Nu kon er niks meer gebeuren, uitrijden was een zekerheidje. Snel sloeg ik een gat van een paar honderd meter, maar het lukte net niet om in het zog van de laatste volgauto te komen. Ik kwam op het smalle stuk met tegenwind. Alleen rijden was hier kansloos. Ik schakelde een paar tandjes terug en na een solo van 4km viel ik terug in het tweede groepje. Nóg waren de benen goed. Met 3km voor de boeg een nieuwe demarrage. Ik kreeg 1 man mee, en we hielden onze voorsprong tot de finish.

'k Heb de banden vol met wind, nee ik heb ja niks te klagen.
Wie dot mij wat, wie dot mij wat, wie dot mij wat vandage!

De eind balans: een 15e stek tijdens de generale repetitie, geen last van de luchtwegen, en een definitief startbewijs voor de Ster. Hier heb ik me 3 maanden lang in weer en wind de blubber voor getraind. De uitdaging is geslaagd. Ik ga genieten zaterdag!
 
'k Soll wel zeggen ja het mag wel zo.

vrijdag 18 februari 2011

Ademnood

- Dag 91: rust -
De wilde zwijnen in het bos schrokken op. "ia-ia-ia!" Keffende vossen, burlende herten en het mitrailleurgeratel van soldaten, ze waren wel wat geluiden gewend. Maar een ezel in het bos? "IA-IA-IA, huuuuughhhh!!!"

Ik heb eigenlijk nooit last van ademnood. Longen als een paard, zo zei de sportarts. Maar dan wel een knol met astma. Want wat had ik het benauwd tijdens de intervaltraining op de Veluwe. Drie minuten op 90%, gevolgd door 30 seconden volle bak. Al na een minuut verplaatste ik mijn handen vanuit de beugels naar de schakelhandels. Meer lucht! Na 2 minuten begon de ezel-imitatie, en even later kwamen er kleine belletjes vocht door mijn keel naar boven. Na 3 minuten was het alsof ik door een plastic zakje ademde. Dit is flauwekul, bestaat niet dat ik zuurstoftekort heb, niet toegeven, doorgaan! Alleen die halve minuut voluit nog! "Huuuughh!!!" De laatste 10 seconden haalde ik helemaal geen adem meer. Op seconde nul  kwam ik onmiddelijk overeind en maakte me zo breed mogelijk. Ik proefde bloed. Dit was echt niet goed. Zit ik verkeerd op de fiets? Accute astma? Heeft het er iets mee te maken dat ik al twee maanden lang hoest?

"Hoesten zeg je, hè." De huisarts zette haar stethoscoop op. Haal maar eens diep adem. "Dat klinkt niet goed", zei ze na één keer zuchten al. "Dát klinkt niet goed", beantwoorde ik haar. "Verwaarloosde bronchitus", was het razendsnelle oordeel. "Door vocht in de longblaasjes kan je bloed minder zuurstof krijgen. Vandaar het slijm en de kortademigheid. Als je nu niet was gekomen was het een longontsteking geworden." Oei, dat klonk ernstig! "Volgende week heb ik een wedstrijd waar ik drie maanden hard voor getraind heb!" "Ja, dat zal wel, in de kou zeker. Het valt wel mee hoor, ik geef je een korte antibioticakuur speciaal voor sporters, en dan moet het snel opknappen."

Fijn. Het is duidelijk waarom ik zuurstoftekort had, én het is te verhelpen. Gelukkig maar, want een ezel in de Ster is ook geen porem.

woensdag 16 februari 2011

Te koop: superzeik

- Dag 89: half uurtje intensief duur -
Volgens hardnekkige geruchten schijnt een Zwolse wielrenner aan het experimenteren te zijn met een nieuw soort lichaamseigen doping. Niet op te sporen bij controles! Drie maanden geleden fietste hij nog in de harige benenklasse, nu rijdt hij de Ster van Zwolle! Meer weten?! Lees snel verder...

Wel eens problemen om je training vol te houden? Stop je bidon vol met rode bietensap en je gaat voortaan als de brandweer. Na een uitzending op de VRT over de prestatieverhogende werking van het sap is wielerminnend Vlaanderen niet meer te houden. Massaal worden de biowinkels geplunderd. Waar het tot voor kort stond te verschimmelen in de schappen, wanhopig smachtend om per ongeluk door een geitenwollen-sokken-back-to-naturefreak in het winkelwagentje te worden gemikt, valt het rooie vocht nu niet meer aan te slepen. Dat het spul niet te zuipen is, lijkt niemand nog te kunnen schelen. Het is legale dope, dus Vlaanderen pist rood.

Het is allemaal de schuld van een inspanningsfysioloog van de Katholieke Universiteit Leuven. KUL dus. Hij liet in een tv-programma zes toerfietsers een uur lang trappen op een hometrainer. Hun virtueel afgelegde afstand werd gemeten. Een week later deden de fietsers de test opnieuw. Drie fietsers dronken in de tussenliggende periode rode bessensap, de drie anderen namen sap uit rode bieten. Toen ze na een week de test opnieuw aflegden, bleek dat het bietensap de uithouding tot 16% had vergroot. Haleluja! Een testje later wonnen trouwens de bessensappers, maar de rode bietenhype was al niet meer te stuiten.

Hoe het werkt? De groente zit bommetjevol nitraten. En die zorgen er uiteindelijk voor dat je spieren efficiënter gebruikmaken van de zuurstof die in je bloed zit. Inmiddels luiden de spinazieboeren de noodklok. Zelfs Popeye dreigt over te schakelen op rode bietensap. Snel presenteerden ze een nieuw onderzoek. En jawel; spinazie bevat liefst 3 maal zoveel nitraten als rode bieten. Fuck de rooie rotzooi!

Goed verhaal, maar ik ben toch wat verbaasd over de ophef. Het is al tientallen jaren bekend dat rode bieten goed spul is. Net zoals zoveel andere natuurlijke voedingsmiddelen, die stoffen bevatten die een prestatieverhogende werking hebben. Zoals kalium, calcium, magnesium, ijzer, mangaan, foliumzuur en een hele armada aan vitaminesoorten. Zoek uw favoriete groente er maar bij uit, voor elk wat wils. Gewoon goed en gezond eten dus. It´s as easy as that.

Duidelijk is wel dat er veel doekoe te verdienen valt als je met een slap onderzoekje kunt aantonen dat je ergens harder van gaat fietsen. Daar moet meer handel uit te halen zijn! Eens denken... mijn ochtendpis! Jazeker! Als diabeet is mijn nierfunctie iets verminderd. Daardoor zit er meer albumine-eiwit in mijn urine. Da's een hoogwaardig eiwitsoort, die zorgt voor snelle spiergroei en spierherstel na zware inspanning. Supervoeding voor wielrenners!
 
Hebben?! Je kunt het in poedervorm kopen via een obscure Oekrainse website, maar ik heb het ook! Vers van de pot. Stuur een mailtje naar superzeik@hotmail.com. Introductieaanbieding voor bloglezers slechts een tientje per literfles. Maar sssstttt.... mondje dicht hè, straks horen de Vlamingen het ook....

dinsdag 15 februari 2011

Filmpje

- Dag 88: 2,5uur extensief interval -
Filmpie! Sponsor Sportiefzwolle.nl is de beroerste niet, en filmde een training van de elite/belofteploeg van de Hanzerenners. Ik sta er zelf niet op, het was mij te koud en te nat op twee uur voor de wedstrijd in 't Loo. Een sponsor die sportiefzwolle heet zal dat vast begrijpen. Respect dus voor mijn dapper kleumende teammaten, die direct na het filmen doorreden naar de koers. Hierrrr de link.

maandag 14 februari 2011

Tandje terug

- Dag 87: 1 uur spinning -
Sport is heel simpel. Het gaat maar om één ding: winnen. In mijn sportjeugd heb ik altijd mee kunnen doen om de overwinning. Ook de laatste jaren, toen ik tijdens wilde koersjes weer voorzichtig aan de wedstrijdsport heb geroken, deed ik mee voor de prijzen. OK, het niveau was natuurlijk niet zo hoog, maar de strijd om de overwinning was daar. Komt mooi uit, want ik vind sport eigenlijk pas echt leuk als ik winnen kan. Afgelopen weekend ben ik wat dat betreft met de neus op de feiten gedrukt. Bij de elite kan ik niet mee doen voor de overwinning. En dat is even schakelen.

Zaterdag stond ik aan de start tijdens de 2e voorjaarscompetitiewedstrijd op 't Loo. Ik reed best prima. Van voren op momenten dat het moest, verscholen als het kon. Ploeggenoot en koploper in het klassement Leon ondertussen geholpen bij een tussensprint, en daardoor en passent nog een premiepuntje gepakt. Ik zag de slag van de dag aankomen en zat bij de juiste mannen in het wiel. Maar op het moment supreme had ik me toch in laten sluiten, en moest daarom vol in de achtervolging. Waar de mannen in mijn wiel de laatste jump naar de kopgroep konden maken, bleef ik op 20 meter hangen. Toch niet slim, brutaal en sterk genoeg. Geeft niks, volgende keer zit ik er bij. De mannen waren weg, de slag geslagen. Klaar-over-uit.

Ik liet me terugzakken naar het peloton. We moesten nog ruim een half uur koersen. Het was nat en bibberkoud. Hoogst haalbare; een 19e stek. De motivatie ebte weg. Hoeveel rondjes is het nog? Wat heeft het nog voor nut om door te fietsen? Waarom rijden ze nu nog zo hard? Welke idioot gaat de boel nu nog op de kant zetten? En vooral: waarom stap ik niet gewoon af? Vriendin Ineke en ploegleider Kees stonden dapper te verkleumen langs de kant. Ik kon het niet maken om af te stappen. Met frisse (lees: ijskoude) tegenzin reed ik de koers uit. Nog een eindsprintje en vooruit: 23e. Snel naar huis.

Foto met dank aan Frank Dames

Op zondag was er een wedstrijdje in Drenthe. Na het uitslapen besloot ik last minute mee te doen. Razendsnel de drek van de fiets vegen en met 150 op de teller naar Ekehaar. Precies op tijd: ik had net het laatste speldje aan het rugnummer geprikt toen het startschot viel. Inrijden moest tijdens de koers maar. Vast niks persoonlijks, maar daar dachten de semi-profs van Jo Piels toch iets anders over. Vanaf kilometer 1 werd alles volle bak op de kant gezet op de smalle weggetjes van het omloopje. Voor dat ik de slaap goed en wel uit de ogen had geveegd was de slag gemaakt. Kopgroep van 14 man met alle sterke mannen. Na welgeteld 10 minuten was de kans op de overwinning al tot nul gereduceerd. Gatverdamme! Nu moest ik wéér 1,5 uur voor Jan Lul rondfietsen. Ik had de smoor in en ging in het laatste wiel hangen. De mannen vooraan in het peloton hadden geen motivatieproblemen en gaven flink gas. Waarom doen die sukkels dat nou? Voor een 15e plek? Losers! zucht... We reden langs de jurybus. Zonder er echt bij na te denken kneep ik in de remmen, zwaaide naar de jury en draaide het parcours af. Verbaasde toeschouwers keken me na. Ik had 20 minuten gefietst.

Ik sprong in de auto en belde mijn ouwe trouwe fietsmaat Sander. "14uur IJsselbrug?" "Maar je was toch aan het koersen?" "Ben al klaar, zie je zo." Kirsten haakte ook aan. Een fietsvriend en een topsporter, die begrepen mijn dillemma wel. Twee uurtjes toeren en kletsen later was de moraal weer terug. Na 3 maand trainen ontevreden zijn terwijl je leuk mee kunt doen in het peloton. Ik moet een tandje terugschakelen in mijn mindset. Het gaat immers hartstikke goed. Volgende keer uitfietsen dus, als het moet op de Tacx in de bezemwagen.

donderdag 10 februari 2011

Wegligging

- Dag 83: 3uur extensief duur -
Met mijn nog resterende 91 kilootjes ben ik nog steeds een mammoettanker onder de wielrenners. Dat heeft zo zijn nadelen. Om dat gewicht op snelheid te brengen en te houden, heb ik een stuk meer vermogen nodig dan mijn miezerige mede-renners. Zeker als het bergop gaat. Maar massa heeft wel degelijk voordelen. De concurrentie durft mij in de koers niet zomaar aan de kant te zetten. En wie het wel durft; veel succes! Een kale polderweg met windkracht 6 van opzij? Kom maar op, pezige sprietjes met jullie ingevallen bekkies en armpjes als luciferhoutjes! Liever de wegligging van een Leopard tank, dan weggeblazen te worden door het eerste de beste voorjaarsbriesje zoals de concurrentie van een Noord-Hollands wielerteam afgelopen weekend overkwam. Hier het filmpje. Na zo'n 40 seconden komt het leukste stukje.

woensdag 9 februari 2011

Bananen kunnen niet klimmen

- Dag 82: 1,5u kracht/core stability -
Goedgemutst reed ik gister door de Zwolse ommelanden. Tevreden over een pittige tempo-intervaltraining en genietend van een dapper voorjaarszonnetje. Langzaam zakte hij al glinsterend weerkaatsend weg in de IJssel, met de kerk en molen van Zalk als fraaie decorstukken. Wat is het soms fijn om wielrenner te zijn, mijmerde ik. De romanticus in mij kwam boven, en ik besloot straks in het Engelse Werk te kijken of er al narcissen staan. Kon ik mooi een bosje plukken om ook mijn hardwerkende vriendin iets van het voorjaarsgevoel mee te geven.

Piep piep! Het was mijn hartslagmeter. Ik schrok op en hees mezelf in gang voor het laatste blokje hoge D2. Na een tijdje begon ik een zoemend geluid waar te nemen. Het gezoem zwol aan. Wat was dat? Liepen mijn remblokjes aan? Ik keek tussen mijn dijen naar achter, maar zag niks. Whoezzz whoezzz! De wieken van de Zalkermolen stonden stil. Vreemd. Ik leegde mijn neus. "Dank je wel!", klonk het achter me. Ik keek nogmaals achterom. Verrek, er hing een banaan in m'n wiel! Een ligfiets met een cocon er om heen. Ik reed bijna 40 aan het uur, maar de banaan plakte er schijnbaar op het gemakkie aan. Tegen de IJsselbrug omhoog moest mijn achtervolger lossen. Bananen kunnen niet klimmen. Best een leuke titel voor een stukkie op deze site. Jammer dat ik geen foto had gemaakt.

Ik was klaar met mijn training en peddelde rustig richting het park voor de narcissen. Ik zag alleen maar sneeuwklokjes. Vooruit dan maar, het gaat om het idee. Ik had net een paar witgepunte sprietjes in mijn hand toen ik het weer hoorde: "Whoezzz whoezzz!". De banaan gleed langs. Ha! Herkansing om hem op de gevoelige plaat vast te leggen! Ik jumpte op mijn fiets om de achtervolging in te zetten. De ligfietser had de gang er flink in, maar bij een scherpe chicane wist ik een mooi stuk op hem in te lopen. Je zou het niet zeggen, maar ook in bochtenwerk zijn bananen geen helden.

We draaiden een lange rechte laan op, de stad in. De banaan verhoogde zijn snelheid. 37, 38, 40... ik schakelde bij. De sneeuwklokjes in mijn hand begonnen wat bloemblaadjes te verliezen. 42, 43... er verscheen een spoor van kleine witte schilfertjes achter me. Ik leek Klein Duimpje wel. 44, 45... we reden Zwolle binnen. Ik pakte mijn mobieltje voor de foto. Passanten keken verbaasd naar het langsflitsende tafereel. Een wielrenner met in zijn ene hand een uitdunnend bosje sneeuwklokjes en in zijn andere een camera, in volle achtervolging op een banaan. Vlak voor dat ik hem had ingehaald sloeg de banaan af. Ik kon nog net een wazig plaatje schieten. Ik keek naar het zielige bosje groene steeltjes tussen mijn vingers. Ach, het gaat om het idee.

maandag 7 februari 2011

Lak aan alles

- Dag 80: 1uur spinning als hersteltraining -
Hé, jij daar! Ja, jij, achter je beeldscherm! Jij bent één van de 75 unieke bezoekers die per dag dit weblog leest. Jemigdepemig, ik had die bezoekersaantallen nog nooit gecheckt. Misschien dat menig whizzkid nu op de grond rolt van het lachen, maar ik vind dat best unmeunig veul. En elke dag komt er meer bij. Hartstikke leuk!

Eigenlijk knooi ik maar wat aan, beste lezers. Yup, ik begin heus wel een klein beetje trots te worden op mijn project 'In 100 dagen naar de Ster'. So far so good, en op dag 80 kan ik mijn geliefde sterretje bijna ruiken. Ehhh... u snapt wat ik bedoel. Steeds vaker krijg ik ook reacties op de stukjes. Vaak complimentjes (dank-dank) en soms een kritische noot (nog veel meer dank!).

Zoals de wielrenner die vandaag quasi-serieus zijn beklag bij me deed. Volgens hem schilder ik wielrenners af als sporters die zichzelf te serieus nemen, altijd smoesjes hebben en alleen maar over wielrennen kunnen lullen. En niet te vergeten, dat ze altijd roepen nooit te trainen, terwijl ze vooral veel en dom trainen. Slecht voor het imago, zo vond hij. Of ik wielrenners voortaan niet wat stoerder af kon schilderen. No problemo, ik luister graag naar mijn lezers, ook al ben je maar een van de 75.

Wielrenners als noeste, bonkige ridders van het smalle zadel, die elke koers op een onvervalst heldenepos uit laten draaien. Ferme, onverschrokken beulen, die na een valpartij eerst naar hun fiets kijken en dan pas naar zichzelf. Maar tegelijk ook ijdele, snelle jongens, dol op dure bling-blingspulletjes. Gasten waar je respect voor hebt, tegenop kijkt. Niks geen mietjes of ideale schoonzonen. Streetwise, wie doet ze wat, lak aan alles. Check dan:


Even op klikken om uit te vergroten


zondag 6 februari 2011

Vuurdoop: OK

- Dag 79: 4uur extensief duur -
De kop is er af. Mijn eerste echte testcase als elite-renner. Een verslagje.

De spanning droop hier en daar van de koppies af aan de start van de eerste voorjaarscompetitiewedstrijd in 't Loo. Liefst 118 coureurs hadden zich in de A-klasse aan de start gemeld om 2 uurtjes door de stormachtige wind te ploeteren. Mijn doel: uitfietsen in de voorste helft van het deelnemersveld, en ergens in het 2e deel van de koers een paar jongens pijn doen. Vlak voor de start bleek de spanning zowaar ook overgeslagen op mij. Mijn suiker was pijlsnel gestegen naar 18. Oei, da's te hoog! Ik besloot het risico te nemen snel nog wat extra insuline toe te dienen, propte een paar reepjes in mijn zak en probeerde het eerste deel van de wedstrijd zo efficiënt mogelijk tussen de wielen te rijden om verzuring te vermijden.

Na drie kwartier makkelijk meepeddelen nam ik een kijkje aan het front. Met de neus in de wind bleek het heel andere koek dan in de buik van het peloton. Ik had niet getaperd met het oog op de planning voor de Ster, maar voelde de 3 pittige midweekse trainingen eigenlijk nauwelijks in de benen. Lekker! Na een paar rondjes meedraaien liet ik me iets terug zakken om het laatste half uur koers te kijken hoe de benen er echt voor staan. Dat blijkt nog niet zo gek te zijn. Twee keer meegesprongen met een groepje, de slag gemist bij de definitieve kopgroep en als straf daarvoor een solodemarrage vol tegen de wind op 4km voor de finish. De laatste 500m met tegenwind explodeerden mijn benen bijna en op 50 meter voor de streep was ik een malse prooi voor het aanstormde peloton.

Van mijn ploegmaten werd Leon indrukwekkend 2e, en lieten ook Paul, Robin, Willem en Roy zich in de finale zien. Voldane ploegleider, tevreden ikke. Nog 3 weken tot de Ster.

Foto: Frank Dames


Trainingskampje

Schaatsers op trainingskamp hebben het buiten de trainingen om niet zo veel over schaatsen. Het gaat over mooie auto's, de nieuwste apps of lekkere wijven. Kortom, net gewone mensen. Bij wielrenners ligt dat iets anders, heb ik afgelopen weekend gemerkt tijdens een mini-trainingskamp van mijn ploeg.

Achter de TV, aan de eettafel, of in bed, het gaat toch vooral over... fietsen. Prima, ik hou wel van gepassioneerde sporters. De vraag is wel waar de grens ligt tussen geestdrift en adoratie. Zo zijn er ploegmaats die hun fiets de slaapkamer mee in nemen. Maar er is altijd baas boven baas. Teamgenoot RK slaagde er in zijn racekarretje maat XXL in het douchehok te wurmen. Natuurlijk kon ik hem hier niet in z'n blote toedeloedokie afbeelden, dus een kiekje met kleren nog aan.

Hoezo moeilijk doen over fiets poetsen?!

zondag 30 januari 2011

Liever geen prutser

- Dag 73: 3uur extensief duur -
Ploegmaat RK zei het heel voorzichtig: "Hé Xandrijn, ik heb jouw uitslagen van vorig jaar opgezocht op wielerland.nl. En ik kwam alleen een 44e plaats bij de B-amateurs tegen..." Er viel een zwangere stilte. RK verwachtte een reactie. Oei oei... ik kon me bijna niet beheersen om hem er gigantisch bij te lappen. "Ja goed hè! De enige koers die ik vorig jaar heb uitgefietst, maar wel op het tandvlees hoor!"

En daar zit nog een kern van waarheid in ook. Want in 2010 was de Ronde van Noordbroek inderdaad de enige KNWU-wedstrijd waaraan ik heb meegedaan. Wat er op Wielerland niet bij staat is dat ik in die wedstrijd zo'n beetje alle premies plus de leidersprijs had gepakt, en bij een dood-of-de-gladiolen-solo vlak voor de finish was teruggehaald door een aanstormend peloton.

Wat ook niet in de annalen is bijgeschreven zijn de stuk of 6 wilde koersen die ik vorig jaar gereden heb. Dat zijn wedstrijden buiten de KNWU om. Zoals de regionale voorjaars- en zomeravondcompetitie, en de wedstrijden van wv Snits. Eigenlijk zijn die wedstrijden veel leuker dan die van de wielerbond. Daar barst het van de vervelende draai-en-keerrondjes rond de kerk, waarbij de kop van het peloton de staart zowat in de rug kan kijken. En je moet je weken van te voren inschrijven, terwijl ik met mijn op en neer vliegende suikers soms pas op de wedstrijddag zelf weet of ik fit genoeg ben om mee te doen. Bij de wilden zie je ook een stuk minder ploegentactiek, wat bij officiele amateurwedstrijden wel volop gebeurd. Te idioot voor woorden, ploegentactiek op loserniveau. Dan neem je je hobby echt te serieus.

Verder zijn de jurybaasjes van de KNWU dol op formele protocollen. Hoe meer ze hun autoriteit kunnen laten gelden, hoe liever. Aan het geborduurde bondslogo op hun keurige blazer valt hun zaterdagmiddagse macht af te lezen. Een paar jaar geleden mocht ik zonder licentie mee doen aan een KNWU-koers. Ik had dat jaar een paar wilde omloopjes gewonnen en organisator Harry Kanis regelde dispensatie. Mijn voorbereiding was als vanouds. 's Ochtends had ik nog een nieuwe fiets gekocht en ik merkte tijdens de race al snel dat het zadel te hoog stond. Maar vooruit, het was een zwoele zomermiddag en ik had er zin in. Ik won de koers.

Met een glimlach van oor tot oor reed ik naar de jurywagen om de knuffels van de rondemiss in ontvangst te nemen. De juryvoorzitter stapte op me af en ik stak mijn hand al uit om de felicitaties in ontvangst te nemen. Die kwamen niet. In plaats daarvan ontstak de blazer-met-logo een woeste reprimande. Dat ik mijn benen niet had geschoren mocht ik nog net zelf weten, maar hoe ik het in mijn hoofd haalde om in een shirt rond te rijden zonder geldige sponsoring! ('gewoon, lag boven op in de kast'?). Ook het ontbreken van shirtmouwtjes, sokken en handschoenen ('het is bloed heet man, moet ik soms een blazer aantrekken?') viel bij de bondsbobo niet in goede aarde. En of ik noooooit meer mijn levensgevaarlijke lege bidons in het weerloze publiek zou werpen. Harry fluisterde de speaker toe dat hij de situatie moest redden. De spreeksman trok de rondemiss aan haar arm naar me toe en plante snel zijn microfoon onder mijn neus.

Vanaf toen wist ik het, ik hoor bij de wilden. Gewoon 3 euries lappen, een helm op zetten en gaan met die banaan. En heb je de neiging om soms te laat aan de start te komen zoals ik, no problemo; mag je een rondje later aanpikken. ("Het zullen die studentenjongens wel weer zijn"). Kortom, wielrennen zoals wielrennen bedoeld is. May the best man win. In 2011 stap ik over van wild naar elite. Ik heb de Dikke Van Dale er even op nageslagen:

Wild; 1. ongetemd  2. primitief  3. woest, ruw  4. ongeregeld
Ama·teur; -s  1. iem die iets uit liefhebberij beoefent:  2. prutser, knoeier
Eli·te; -s  kleine groep van voorname mensen

Ik denk dat het overslaan van de prutserscategorie voor mij het beste is. Voor de wielerbond trouwens ook.

zaterdag 29 januari 2011

Wonderijs

- Dag 72: 5 uur ploegtraining -
Ik zal een jaar of 9 geweest zijn toen ik na veel zeuren mijn eerste Thialf-abonnement kreeg. Uit school spurte ik op de fiets naar de baan, met de gekoesterde jaarkaart aan een schoenveter om mijn nek geknoopt. Hele middagen bivakkeerde ik samen met mijn schaatsvriendjes in de lokale ijstempel. De stoere jongens hadden 'ijshockies', de snelle hadden noren, ik had houtjes.

We klommen stiekum op de Zamboni of haalden een zijdeur van het slot om andere vriendjes binnen te laten. We zaten net zo lang op de bochtenbeveiliging tot dat we ijsmeester Jan de Jonge de tribune omhoog zagen stuiven, het juryhokje in. We stopten onze vingers in de oren en wachten tot hij met zijn ongeëvenaarde diepdonkere basstem ons er door de intercom van af brulde. We pikten zakjes mosterd uit het restaurant en smeerden die aan de deurkrukken, en soms schaatsten we een paar rondjes. Het leukst was de woensdagmiddag, want dan kreeg ik 1 gulden 50 mee om iets lekkers te kopen.

Van de een op de andere dag werd alles anders. Thialf kreeg nieuw ijs. Zo goed en lekker was het nog nooit geweest. Dit wonderijs overtrof al het voorgaande bevroren vocht by far. Voor precies 1,50 verkrijgbaar in de kleuren röntgenrood, chemisch groen en tsjenobylblauw. In grote glazen bakken met een draaiende schroef er in stond het op de toonbank van het restaurant. En hoe lekker!

Maar hoe moest je dit nu eten, of euh.. drinken? De ijskruimels pasten niet door het het bijgeleverde rietje, zodat de eerste 5 teugen heerlijk waren, maar je daarna alleen nog kleur- en smaakloos ijs over hield. En als je het met een lepel at moest je heel kleine schepjes nemen, anders deed de kou pijn aan je tanden en gehemelte. Maar dit zalige spul was natuurlijk veel te lekker voor kleine hapjes. Het kon ons niet schelen. Lebberen, lurken, slurpen en slobberen, het gleed in no time door de keel. Thuis probeerde ik het na te maken. Limonade in een plastic zakje in de vriezer, elk half uur even kneden. Best aardig, maar nooit werd het zo lekker als het one and only schaafselijs in Thialf.

Tot vandaag... Echt waar, ik heb ein-de-lijk het geheime recept ontdekt! Men neme een bidon zoete ranja en duurtraining van 2 uur bij een temperatuur van -3 graden. Vervolgens trekke men kort achter elkaar 10 felle staande sprints. Tot besluit nog een uurtje rustige duur. Pak de bidon, schud nog eenmaal et voila... ouderwetse Slush Puppie! Het blijft nog een paar dagen vriezen, u weet wat ik ga doen. Straight from the bottle of toch maar een rietje mee?

zaterdag 22 januari 2011

Mixed feelings

- Dag 65: 5 uur ploegtraining -
Onuitroeibaar diep geworteld is het in de wielerwereld. Smoesjes. Geen sport waar de excuuscultuur zo wijdverbreid is als onder wielrenners.'Virusje, slecht geslapen, geen tijd meer om te eten vanochtend, schakelproblemen, banden te zacht, gister ook al 4 uur gefietst, te veel gesext, voor het eerst zonder zijwieltjes'. Zomaar een bloemlezing uit het standaardrepertoire. Aan mij is dit soort geneuzel niet besteed. Ik ken maar één uitvlucht: slechte suikers. Zoals vandaag.

Gister vlogen de suikers op en neer, om voor het tandenpoetsen op 30.7 uit te komen. Da's hoog, extreem hoog. Dus diende ik mezelf 10 eenheden insuline toe en zette de wekker op half een 's nachts. Na een twee uurtjes zweten en draaien was ik nog klaarwakker toen de alarm afging. Bloed prikken: 33.0. Potverdepotver... hoe kan dat nou toch! Ik besloot een ouderwetse spuit te zetten. Uit chagrijnigheid had ik geen zin om m'n lenzen in te doen en joeg op goed geluk nog eens een flinke plens insuline het been in. Een lucky shot in het rechterbeen, gelukkig niet per ongeluk het middelste. Weer in bed, wroeten, wentelen en woelen tot 02 uur. Bloed prikken: 30.3. Huppakee, nog een spuit dan maar.

Terug in het nest. Even later moet ik plassen, want bij zulke hoge suikers lijkt mijn blaas wel een biertap tijdens carnaval. Nieuwe slaappoging. Ik dommel een beetje weg tot de horeca bij ons in de straat de deuren sluit en de dronkenmansgezelligheid zich onder ons slaapkamerraam voortzet. Maar weer plassen dan. En nu ik toch niet kan pitten, even teletekst kijken. Of wordt er in Australie nog getennist? Benesova tegen Pavlyuchenkova, altijd spannend. Wijntje er bij? Welja, alcohol is altijd bevordelijk voor de nachtrust.

Uiteindelijk weet ik nog een paar uurtjes te maffen. Dan is het ochtendgloren aangebroken en dat betekent tijd voor de wekelijkse ploegtraining. De suiker is gezakt naar 13, maar ik weet dat ik weinig in huis zal hebben vandaag. Afzeggen is echter geen optie, ik laat het mijn ziekte niet zomaar van me winnen. Tijdens de eerste intensieve blokjes voel ik het zuur al in de benen lopen. Ik probeer me een beetje te drukken, maar als ik niet veel later echt aan de bak moet, zit het melkzuur al snel tot in de kleine tenen. Ik moet lossen. Mijn ploeggenoten kijken verbaasd achterom. Xandrijn, lossen op een polderdijk tegen de wind?! Paul wil me terugbrengen naar de groep, maar ik gebaar dat hij door moet fietsen. Aujourd'hui est un jour sans.

Maar is het niet te makkelijk mijn diabetes de schuld van mijn puddingbenen te geven? Heb ik niet gewoon te weinig getraind, en breken die overgeslagen krachttrainingen me op? Of heb ik teveel rustige duurtrainingen gedaan? Ben ik niet slecht maar is de rest juist beter geworden? Twijfel is de sporter eigen. Zijn enige houvast zijn concrete prestaties. Hoe cliché ook; je bent zo goed als je laatste wedstrijd, en in mijn geval bij gebrek daar aan; je laatste training.

Mixed feelings, is de titel van dit schrijven. Want laat ik niet in mineur afsluiten. De training begon vanochtend zo fraai. Tijdens de voorbespreking vertelde iemand me over een diabeet die worstelt met haar ziekte en moed put uit dit blog. Geweldig, zoiets had ik nooit kunnen denken. En goed nieuws kwam er ook van ploegleider Kees. We krijgen 8 in plaats van 6 startplekken voor de Ster van Zwolle, in verband met de nieuwe, internationale status van de wedstrijd. En het echt lekkere nieuws is dat mijn deelname een flinke stap dichterbij gekomen is! Ik behoor tot de 6-mans voorselectie en moet nu vormbehoud tonen in de komende trainingswedstrijden. Hoera, het doel is in zicht! Wat zeur ik dan nog over een dagje vierkant trappen?

woensdag 19 januari 2011

Hoogwaterhumor

- Dag 62: 1u45' fartlek wielerbaan -
Vooruit dan, nog één keer over het hoogwater in de IJssel. Omdattie zo leuk is. Gespot bij De Zande.



dinsdag 18 januari 2011

Pantani zweette nooit

- Dag 61: 2uur ext interval en 1,5uur kracht/core stability -
Ik bleek begin vorige week inderdaad een pré-ramptoerist te zijn geweest in de polders langs de IJssel. Afgelopen zondag zag het op de IJsseldijk zwart van nieuwsgierige waterbewonderaars. Zelden zal het zo druk zijn geweest langs de boorden van Neerlands mooiste rivier. Van Zalk naar Zwolle stond een rij blik waar geen eind aan leek te komen. Natuurlijk heb ik gefoeterd op plotseling overstekende kinderen, slingerende auto’s en ramptoeristen die alleen nog maar hun camera in de gaten hielden. Als jullie mij binnenkort behendig door het peloton naar voren zien slalommen, weet je nu waar ik dat geoefend heb. Maar het moet gezegd; wie de imposante watervlakte niet heeft aanschouwd, heeft iets gemist.

Ook in de Zwolse wijk Aa-landen hadden ze gisteren last van hoog water. Om precies te zijn in Squashcentrum Zwolle, waar ik mijn wekelijkse spinningtraining afwerk. Dat surrogaat-indoorfietsen gaat bij mij altijd gepaard met enige mate van transpiratie. Noem het maar gerust zweten als een otter. De eerste 10 minuten is er nog niks aan het handje, maar zodra het eerste druppeltje verschijnt is er geen houden meer aan. De zweetklieren zetten hun spuisluizen open en in no time ben ik doorweekt tot in m’n schoenen. Onder de spinningbike verschijnen de eerste vochtige kringen, die aan het eind van de training zijn uitgegroeid tot kleine plasjes. Om mij heen zitten zo’n 15 ramptoeristen. Ik heb het gevoel dat ze elk moment hun Nikon uit de achterzak halen om deze overstroming op de gevoelige plaat vast te leggen.

Pas echt genant zou het worden wanneer mijn zweet ook zou stinken. Gelukkig valt dat reuze mee. Hoe meer je sport, hoe minder het stinkt, en ik durf te zeggen dat het al bijna geurloos is (wielervrienden, please correct me if I’m wrong…). Daarnaast, des te minder vet en meer spieren je hebt, des te meer je moet zweten om je lichaam af te koelen. Kortom, respect voor de pedalerende waterfabriek.

Toch zou het fijn zijn om je lichaam op een andere manier af te kunnen koelen. Zoals honden, die zweten door hun natte tong buiten boord te hangen. Of olifanten, die hun gebrek aan zweetklieren compenseren door met hun mega-oren te wapperen.

Nu ik er over nadenk, Pantani zweette nooit.

zondag 16 januari 2011

Lachen aan de Kamperstraat, nog even...

- Dag 59: 5uur extensief duur -
Sommige wielrenners genieten ervan, ik heb er een pestpokkehekel aan: schoonmaken. Daarom deed ik dat ook altijd zo weinig mogelijk. Nu ik 4x per week in weer, wind en pekel buiten fiets moet ik er toch echt aan geloven. Anders verwordt mijn hemelsblauwe trapbolide weldra tot een krakend en piepend zwart gevaarte. Of de ploegleider weigert mij nog een wiel te steken als ik lek rij. ‘Ga eerst maar eens poetsen Bakker, dat vieze ding wil ik niks mee te maken hebben’.

Dus als ik doordeweeks koud en nat thuiskom, begint deel 2 van de training: schoonmaken. In de wetenschap dat je de volgende training hetzelfde ritueel af moet werken. Maar OK, wat moet dat moet. Nou woon ik hartje binnenstad in een appartement op de eerste etage. Geen tuin, noch balkon. De wasbeurt moet dus beneden op de parkeerplaats. Dat betekent 3x naar boven lopen voor een emmer water, er voor zorgen dat het binnen niet smerig wordt, dat ik zelf niet verkleum, én hopen dat m’n fiets niet gejat wordt.


Vanwege de leesbaarheid van dit blog zal ik u de complete schoonmaakceremonie besparen. Wel wil ik de plaats van handeling toelichten. Figuurlijk dan, want dat is juist het probleem; er is geen licht onder de grote stenen poort onder mijn woning. Nou ja, het is er wel, maar werkt met een bewegingsmelder. Elke 20 seconden floept het licht uit en sta je weer in het donker te poetsen. En die melder staat nou niet wat je zegt gevoelig afgesteld. Pas na wilde armbewegingen gaat de lamp weer branden. Voor 20 tellen….

Dit weekend heb ik echter voor het eerst een klein beetje lol gehad om mijn kneuterige wasprocessie. Het definitieve einde is namelijk in zicht. Nee, project ‘Ster’ gaat natuurlijk onverminderd door. Maarrrrr... we hebben een huis gekocht! Zowaar, een heus grote mensenhuis, met tuin, schuur en achterom. Vanaf mei geen omkleedsessies en gesjouw meer, maar de fiets onder de veranda en de tuinslang er op. Daarna lekker spetteren in een warm bad en opdrogen voor de houtkachel. Heerlijk!

Dus wilt u lachen om een wanhopig om zich heen slaande kleumende wielrenner met een spons in z’n hand? Rond de klok van 5 aan de Kamperstraat, nog even....

vrijdag 14 januari 2011

Nog een slang in mijn buik

- Dag 57: 1uur rustige duurloop-
Een week lang heb ik 2 slangetjes in mijn buik. De ene heb ik al meer dan 15 jaar, nou ja, elke 3 dagen een nieuwe. Die is van mijn insulinepomp, een apparaatje dat 24 uur per dag insuline afgeeft. Die insuline loopt via een slangetje en een infuusje op mijn buik mijn lichaam in. Ik kan zelf de toe te dienen hoeveelheid insuline aanpassen. Insuline inspuiten hoeft in principe niet meer. Goed spul, zo'n pomp.

Hoeveel insuline ik nodig heb is afhankelijk van mijn bloedglucosewaardes. Daarom moet ik regelmatig in mijn vinger prikken om die waarde te meten. Normaal gesproken zo'n 5x per dag, maar nu ik dagelijks fanatiek sport wel 8 tot 10x per dag.

Nu is er een paar jaar geleden een geweldige uitvinding gedaan: de glucosesensor. Dit is een sensor die onder de huid ingebracht wordt, en via een zendertje elke 5 minuten bloedsuikerwaardes doorstuurt naar de insulinepomp. Op de pomp kun je de waardes aflezen zodat je een veel beter beeld krijgt van de schommelingen in suikerspiegel. Daarnaast kun je snel actie ondernemen als je ziet dat dit nodig is, en hoef je je vingers niet meer helemaal lek te prikken.

Dit is pas echt goed spul! Hebben dus, die continue sensor! Helaas, de sensoren zijn schrijnend duur, en geen enkele zorgverzekeraar vergoed ze. Degene die ik nu heb is van het ziekenhuis en krijg ik een weekje te leen van mijn internist Henk Bilo en diabetesverpleegkundige Harma Israel (waarvoor dank!).

Beste vrienden van zorgverzekeraar De Friesland, mijn suikers schommelen al jaren als een jojo. Henk, Harma en ik doen er alles aan deze onder controle te krijgen. In een ultieme poging train ik me nu zelfs de ballen uit de broek om door een topsportregime de boel weer in het gareel te krijgen. Zouden jullie mij niet een klein beetje willen helpen? Een weekje aan de sensor is mooi, maar zet natuurlijk geen zoden aan de dijk. Vindt ook dr Bilo, de onbetwiste ayatollah op insulinepompgebied. Als arts, internist, nefroloog, professor, hoogleraar, docent aan de Oxford University en Officier in de Orde van Oranje-Nassau zal hij daar toch wel een heel klein beetje verstand van hebben, denken jullie niet?

Of zou het goedkoper zijn te wachten totdat mogelijke complicaties van een slecht ingestelde diabetes zich voordoen? Even ter herinnering: hart- en vaataandoeningen, nierziekten, maag- en darmklachten, geen gevoel meer in voeten, handen en penis, blindheid en dementie. Dankzij 25 jaar sport blijft het bij mij nog beperkt tot handen en voeten die 's winters snel koud worden en wondjes die traag helen. Overige complicaties dacht ik niet, maar dat kan ik me niet zo goed herinneren.

Behandeling voor al die complicaties lijkt me een heel stuk prijziger dan het bij voorbaat vergoeden van een sensor. Dus beste vrienden van De Friesland, héél graag een positief antwoord op het verzoek van Bilo. Een Ster van Zwolle voor rolstoelers is er immers niet.

dinsdag 11 januari 2011

Gesperrt

-Dag 54: 2uur extensief interval en 1,5uur core stability/krachttraining-
In de polder tussen Hattem en de IJssel kwam ik ze opeens tegen. Vers ingegraven houten palen langs de kant van de weg. Met wit geschilderde bovenkanten priemden ze aan weerzijden een meter of 2 de lucht in. Om de 40 meter een nieuwe antenne in het lege landschap.

Wat had dit te betekenen? Had de gemeente Hattem vlak voor de jaarwisseling ontdekt dat haar subsidiepotje voor contrasterende plattelandskunst nog niet helemaal leeg was, en daarom snel een veelbelovende jonge kunstenaar aan het werk gezet? Of vieren de bewoners van de 8 boerderijen in deze polder komend weekend hun dorpsfeest en komen er nog kleurige borden en lampionnen aan te hangen?

Ook leken ze wel op de palen die je op bergpassen vaak langs van de weg ziet. Als markering, zodat auto's niet het ravijn in duikelen als er een meter sneeuw ligt. Ik dacht toch dat Erwin Kroll lente-achtige temperaturen in het vooruitzicht had gesteld?

Natuurlijk ging hier niet om sneeuw, maar om overstromingsgevaar. Als pré-ramptoerist trapte ik verder. Ik zag een boer een extra laag plastic over zijn kuilgras aanbrengen. De buurman bracht zijn landbouwmachines in veiligheid. Bij een brug wat verderop stuitte ik op een heuse wegversperring. Met linten, hekken, gebodsborden en zandzakken was overduidelijk gemaakt dat vanaf daar de kans op waterfietsen niet onrealistisch zou zijn. Het water klotste tegen de onderkant van de brug. Aan de overzijde was de polder al ondergelopen. De weg stak er als een soort strekdam tussen door. Nu werd het leuk!

Ik ging de brug over en vervolgde de weg. Her en der stroomde het water er over heen. Hoe verder ik kwam, hoe meer water en des te dichter het richting mijn assen kwam. Plotseling slipte mijn achterwiel. Ik probeerde te corrigeren, maar ook mijn voorwiel gleed mee richting de sloot. IJs! Er was een grote plaat ijs op de weg gespoeld en ik reed er dwars overheen. Snel klikte ik uit de pedalen en bracht mijn voeten naar het ijs. Fraaie boeggolven verschenen achter mijn voeten. Ik gleed mezelf tot stilstand en stond tot mijn enkels in het water. Gatverdamme... het was 2 graden en ik was nog maar met de warming up bezig. Elk moment verwachte ik de ijskoude, natte traktatie tussen mijn tenen. Het bleef uit. Natuurlijk, ik had broodzakken om mijn voeten gedaan! Niet tegen het water, maar tegen de kou. Geniaal. Zandzakken en broodzakken, daar win je de oorlog wel mee.

dinsdag 4 januari 2011

Team Hanzerenners rijdt de Ster!

- Dag 47: 1,5u hersteltraining en 1u kracht/core-stability -
Breaking news: de Hanzerenners hebben als ploeg een uitnodiging op zak voor de Ster van Zwolle 2011. Hulde! Nu zit er nog maar één ding op: mezelf in die ploeg rijden!

Het meedoen van de Hanzerenners aan de nationale openingswedstrijd van het wielerseizoen lijkt als thuisrijdende vereniging een vanzelfsprekendheid, maar niets is minder waar. De klassieker is voor 2011 namelijk opgewaardeerd naar  de internationale status 1.2. Dit betekent dat ook continental wielerteams aan de start mogen staan. Dat klinkt heel wat, maar verwacht nu niet meteen de broertjes Schleck op het Grote Kerkplein. Pro Tour-teams als Rabobank en Vacansoleil zijn uitgesloten van deelname. Wel zullen tijdens de 51e editie van de Ster de (semi-)profs van Rabobank Continental team (de opleidingsploeg dus), Jo Piels en Van Vliet-EBH-Elshof aan de start verschijnen. En wie weet nog een buitenlands team uit dit rijtje. Hanzerenners zal als nieuwbakken clubteam ongetwijfeld de Calimero op de startlijst zijn. Who cares, we zijn dr bij en dat is priehiema!