zondag 30 januari 2011

Liever geen prutser

- Dag 73: 3uur extensief duur -
Ploegmaat RK zei het heel voorzichtig: "Hé Xandrijn, ik heb jouw uitslagen van vorig jaar opgezocht op wielerland.nl. En ik kwam alleen een 44e plaats bij de B-amateurs tegen..." Er viel een zwangere stilte. RK verwachtte een reactie. Oei oei... ik kon me bijna niet beheersen om hem er gigantisch bij te lappen. "Ja goed hè! De enige koers die ik vorig jaar heb uitgefietst, maar wel op het tandvlees hoor!"

En daar zit nog een kern van waarheid in ook. Want in 2010 was de Ronde van Noordbroek inderdaad de enige KNWU-wedstrijd waaraan ik heb meegedaan. Wat er op Wielerland niet bij staat is dat ik in die wedstrijd zo'n beetje alle premies plus de leidersprijs had gepakt, en bij een dood-of-de-gladiolen-solo vlak voor de finish was teruggehaald door een aanstormend peloton.

Wat ook niet in de annalen is bijgeschreven zijn de stuk of 6 wilde koersen die ik vorig jaar gereden heb. Dat zijn wedstrijden buiten de KNWU om. Zoals de regionale voorjaars- en zomeravondcompetitie, en de wedstrijden van wv Snits. Eigenlijk zijn die wedstrijden veel leuker dan die van de wielerbond. Daar barst het van de vervelende draai-en-keerrondjes rond de kerk, waarbij de kop van het peloton de staart zowat in de rug kan kijken. En je moet je weken van te voren inschrijven, terwijl ik met mijn op en neer vliegende suikers soms pas op de wedstrijddag zelf weet of ik fit genoeg ben om mee te doen. Bij de wilden zie je ook een stuk minder ploegentactiek, wat bij officiele amateurwedstrijden wel volop gebeurd. Te idioot voor woorden, ploegentactiek op loserniveau. Dan neem je je hobby echt te serieus.

Verder zijn de jurybaasjes van de KNWU dol op formele protocollen. Hoe meer ze hun autoriteit kunnen laten gelden, hoe liever. Aan het geborduurde bondslogo op hun keurige blazer valt hun zaterdagmiddagse macht af te lezen. Een paar jaar geleden mocht ik zonder licentie mee doen aan een KNWU-koers. Ik had dat jaar een paar wilde omloopjes gewonnen en organisator Harry Kanis regelde dispensatie. Mijn voorbereiding was als vanouds. 's Ochtends had ik nog een nieuwe fiets gekocht en ik merkte tijdens de race al snel dat het zadel te hoog stond. Maar vooruit, het was een zwoele zomermiddag en ik had er zin in. Ik won de koers.

Met een glimlach van oor tot oor reed ik naar de jurywagen om de knuffels van de rondemiss in ontvangst te nemen. De juryvoorzitter stapte op me af en ik stak mijn hand al uit om de felicitaties in ontvangst te nemen. Die kwamen niet. In plaats daarvan ontstak de blazer-met-logo een woeste reprimande. Dat ik mijn benen niet had geschoren mocht ik nog net zelf weten, maar hoe ik het in mijn hoofd haalde om in een shirt rond te rijden zonder geldige sponsoring! ('gewoon, lag boven op in de kast'?). Ook het ontbreken van shirtmouwtjes, sokken en handschoenen ('het is bloed heet man, moet ik soms een blazer aantrekken?') viel bij de bondsbobo niet in goede aarde. En of ik noooooit meer mijn levensgevaarlijke lege bidons in het weerloze publiek zou werpen. Harry fluisterde de speaker toe dat hij de situatie moest redden. De spreeksman trok de rondemiss aan haar arm naar me toe en plante snel zijn microfoon onder mijn neus.

Vanaf toen wist ik het, ik hoor bij de wilden. Gewoon 3 euries lappen, een helm op zetten en gaan met die banaan. En heb je de neiging om soms te laat aan de start te komen zoals ik, no problemo; mag je een rondje later aanpikken. ("Het zullen die studentenjongens wel weer zijn"). Kortom, wielrennen zoals wielrennen bedoeld is. May the best man win. In 2011 stap ik over van wild naar elite. Ik heb de Dikke Van Dale er even op nageslagen:

Wild; 1. ongetemd  2. primitief  3. woest, ruw  4. ongeregeld
Ama·teur; -s  1. iem die iets uit liefhebberij beoefent:  2. prutser, knoeier
Eli·te; -s  kleine groep van voorname mensen

Ik denk dat het overslaan van de prutserscategorie voor mij het beste is. Voor de wielerbond trouwens ook.

zaterdag 29 januari 2011

Wonderijs

- Dag 72: 5 uur ploegtraining -
Ik zal een jaar of 9 geweest zijn toen ik na veel zeuren mijn eerste Thialf-abonnement kreeg. Uit school spurte ik op de fiets naar de baan, met de gekoesterde jaarkaart aan een schoenveter om mijn nek geknoopt. Hele middagen bivakkeerde ik samen met mijn schaatsvriendjes in de lokale ijstempel. De stoere jongens hadden 'ijshockies', de snelle hadden noren, ik had houtjes.

We klommen stiekum op de Zamboni of haalden een zijdeur van het slot om andere vriendjes binnen te laten. We zaten net zo lang op de bochtenbeveiliging tot dat we ijsmeester Jan de Jonge de tribune omhoog zagen stuiven, het juryhokje in. We stopten onze vingers in de oren en wachten tot hij met zijn ongeëvenaarde diepdonkere basstem ons er door de intercom van af brulde. We pikten zakjes mosterd uit het restaurant en smeerden die aan de deurkrukken, en soms schaatsten we een paar rondjes. Het leukst was de woensdagmiddag, want dan kreeg ik 1 gulden 50 mee om iets lekkers te kopen.

Van de een op de andere dag werd alles anders. Thialf kreeg nieuw ijs. Zo goed en lekker was het nog nooit geweest. Dit wonderijs overtrof al het voorgaande bevroren vocht by far. Voor precies 1,50 verkrijgbaar in de kleuren röntgenrood, chemisch groen en tsjenobylblauw. In grote glazen bakken met een draaiende schroef er in stond het op de toonbank van het restaurant. En hoe lekker!

Maar hoe moest je dit nu eten, of euh.. drinken? De ijskruimels pasten niet door het het bijgeleverde rietje, zodat de eerste 5 teugen heerlijk waren, maar je daarna alleen nog kleur- en smaakloos ijs over hield. En als je het met een lepel at moest je heel kleine schepjes nemen, anders deed de kou pijn aan je tanden en gehemelte. Maar dit zalige spul was natuurlijk veel te lekker voor kleine hapjes. Het kon ons niet schelen. Lebberen, lurken, slurpen en slobberen, het gleed in no time door de keel. Thuis probeerde ik het na te maken. Limonade in een plastic zakje in de vriezer, elk half uur even kneden. Best aardig, maar nooit werd het zo lekker als het one and only schaafselijs in Thialf.

Tot vandaag... Echt waar, ik heb ein-de-lijk het geheime recept ontdekt! Men neme een bidon zoete ranja en duurtraining van 2 uur bij een temperatuur van -3 graden. Vervolgens trekke men kort achter elkaar 10 felle staande sprints. Tot besluit nog een uurtje rustige duur. Pak de bidon, schud nog eenmaal et voila... ouderwetse Slush Puppie! Het blijft nog een paar dagen vriezen, u weet wat ik ga doen. Straight from the bottle of toch maar een rietje mee?

zaterdag 22 januari 2011

Mixed feelings

- Dag 65: 5 uur ploegtraining -
Onuitroeibaar diep geworteld is het in de wielerwereld. Smoesjes. Geen sport waar de excuuscultuur zo wijdverbreid is als onder wielrenners.'Virusje, slecht geslapen, geen tijd meer om te eten vanochtend, schakelproblemen, banden te zacht, gister ook al 4 uur gefietst, te veel gesext, voor het eerst zonder zijwieltjes'. Zomaar een bloemlezing uit het standaardrepertoire. Aan mij is dit soort geneuzel niet besteed. Ik ken maar één uitvlucht: slechte suikers. Zoals vandaag.

Gister vlogen de suikers op en neer, om voor het tandenpoetsen op 30.7 uit te komen. Da's hoog, extreem hoog. Dus diende ik mezelf 10 eenheden insuline toe en zette de wekker op half een 's nachts. Na een twee uurtjes zweten en draaien was ik nog klaarwakker toen de alarm afging. Bloed prikken: 33.0. Potverdepotver... hoe kan dat nou toch! Ik besloot een ouderwetse spuit te zetten. Uit chagrijnigheid had ik geen zin om m'n lenzen in te doen en joeg op goed geluk nog eens een flinke plens insuline het been in. Een lucky shot in het rechterbeen, gelukkig niet per ongeluk het middelste. Weer in bed, wroeten, wentelen en woelen tot 02 uur. Bloed prikken: 30.3. Huppakee, nog een spuit dan maar.

Terug in het nest. Even later moet ik plassen, want bij zulke hoge suikers lijkt mijn blaas wel een biertap tijdens carnaval. Nieuwe slaappoging. Ik dommel een beetje weg tot de horeca bij ons in de straat de deuren sluit en de dronkenmansgezelligheid zich onder ons slaapkamerraam voortzet. Maar weer plassen dan. En nu ik toch niet kan pitten, even teletekst kijken. Of wordt er in Australie nog getennist? Benesova tegen Pavlyuchenkova, altijd spannend. Wijntje er bij? Welja, alcohol is altijd bevordelijk voor de nachtrust.

Uiteindelijk weet ik nog een paar uurtjes te maffen. Dan is het ochtendgloren aangebroken en dat betekent tijd voor de wekelijkse ploegtraining. De suiker is gezakt naar 13, maar ik weet dat ik weinig in huis zal hebben vandaag. Afzeggen is echter geen optie, ik laat het mijn ziekte niet zomaar van me winnen. Tijdens de eerste intensieve blokjes voel ik het zuur al in de benen lopen. Ik probeer me een beetje te drukken, maar als ik niet veel later echt aan de bak moet, zit het melkzuur al snel tot in de kleine tenen. Ik moet lossen. Mijn ploeggenoten kijken verbaasd achterom. Xandrijn, lossen op een polderdijk tegen de wind?! Paul wil me terugbrengen naar de groep, maar ik gebaar dat hij door moet fietsen. Aujourd'hui est un jour sans.

Maar is het niet te makkelijk mijn diabetes de schuld van mijn puddingbenen te geven? Heb ik niet gewoon te weinig getraind, en breken die overgeslagen krachttrainingen me op? Of heb ik teveel rustige duurtrainingen gedaan? Ben ik niet slecht maar is de rest juist beter geworden? Twijfel is de sporter eigen. Zijn enige houvast zijn concrete prestaties. Hoe cliché ook; je bent zo goed als je laatste wedstrijd, en in mijn geval bij gebrek daar aan; je laatste training.

Mixed feelings, is de titel van dit schrijven. Want laat ik niet in mineur afsluiten. De training begon vanochtend zo fraai. Tijdens de voorbespreking vertelde iemand me over een diabeet die worstelt met haar ziekte en moed put uit dit blog. Geweldig, zoiets had ik nooit kunnen denken. En goed nieuws kwam er ook van ploegleider Kees. We krijgen 8 in plaats van 6 startplekken voor de Ster van Zwolle, in verband met de nieuwe, internationale status van de wedstrijd. En het echt lekkere nieuws is dat mijn deelname een flinke stap dichterbij gekomen is! Ik behoor tot de 6-mans voorselectie en moet nu vormbehoud tonen in de komende trainingswedstrijden. Hoera, het doel is in zicht! Wat zeur ik dan nog over een dagje vierkant trappen?

woensdag 19 januari 2011

Hoogwaterhumor

- Dag 62: 1u45' fartlek wielerbaan -
Vooruit dan, nog één keer over het hoogwater in de IJssel. Omdattie zo leuk is. Gespot bij De Zande.



dinsdag 18 januari 2011

Pantani zweette nooit

- Dag 61: 2uur ext interval en 1,5uur kracht/core stability -
Ik bleek begin vorige week inderdaad een pré-ramptoerist te zijn geweest in de polders langs de IJssel. Afgelopen zondag zag het op de IJsseldijk zwart van nieuwsgierige waterbewonderaars. Zelden zal het zo druk zijn geweest langs de boorden van Neerlands mooiste rivier. Van Zalk naar Zwolle stond een rij blik waar geen eind aan leek te komen. Natuurlijk heb ik gefoeterd op plotseling overstekende kinderen, slingerende auto’s en ramptoeristen die alleen nog maar hun camera in de gaten hielden. Als jullie mij binnenkort behendig door het peloton naar voren zien slalommen, weet je nu waar ik dat geoefend heb. Maar het moet gezegd; wie de imposante watervlakte niet heeft aanschouwd, heeft iets gemist.

Ook in de Zwolse wijk Aa-landen hadden ze gisteren last van hoog water. Om precies te zijn in Squashcentrum Zwolle, waar ik mijn wekelijkse spinningtraining afwerk. Dat surrogaat-indoorfietsen gaat bij mij altijd gepaard met enige mate van transpiratie. Noem het maar gerust zweten als een otter. De eerste 10 minuten is er nog niks aan het handje, maar zodra het eerste druppeltje verschijnt is er geen houden meer aan. De zweetklieren zetten hun spuisluizen open en in no time ben ik doorweekt tot in m’n schoenen. Onder de spinningbike verschijnen de eerste vochtige kringen, die aan het eind van de training zijn uitgegroeid tot kleine plasjes. Om mij heen zitten zo’n 15 ramptoeristen. Ik heb het gevoel dat ze elk moment hun Nikon uit de achterzak halen om deze overstroming op de gevoelige plaat vast te leggen.

Pas echt genant zou het worden wanneer mijn zweet ook zou stinken. Gelukkig valt dat reuze mee. Hoe meer je sport, hoe minder het stinkt, en ik durf te zeggen dat het al bijna geurloos is (wielervrienden, please correct me if I’m wrong…). Daarnaast, des te minder vet en meer spieren je hebt, des te meer je moet zweten om je lichaam af te koelen. Kortom, respect voor de pedalerende waterfabriek.

Toch zou het fijn zijn om je lichaam op een andere manier af te kunnen koelen. Zoals honden, die zweten door hun natte tong buiten boord te hangen. Of olifanten, die hun gebrek aan zweetklieren compenseren door met hun mega-oren te wapperen.

Nu ik er over nadenk, Pantani zweette nooit.

zondag 16 januari 2011

Lachen aan de Kamperstraat, nog even...

- Dag 59: 5uur extensief duur -
Sommige wielrenners genieten ervan, ik heb er een pestpokkehekel aan: schoonmaken. Daarom deed ik dat ook altijd zo weinig mogelijk. Nu ik 4x per week in weer, wind en pekel buiten fiets moet ik er toch echt aan geloven. Anders verwordt mijn hemelsblauwe trapbolide weldra tot een krakend en piepend zwart gevaarte. Of de ploegleider weigert mij nog een wiel te steken als ik lek rij. ‘Ga eerst maar eens poetsen Bakker, dat vieze ding wil ik niks mee te maken hebben’.

Dus als ik doordeweeks koud en nat thuiskom, begint deel 2 van de training: schoonmaken. In de wetenschap dat je de volgende training hetzelfde ritueel af moet werken. Maar OK, wat moet dat moet. Nou woon ik hartje binnenstad in een appartement op de eerste etage. Geen tuin, noch balkon. De wasbeurt moet dus beneden op de parkeerplaats. Dat betekent 3x naar boven lopen voor een emmer water, er voor zorgen dat het binnen niet smerig wordt, dat ik zelf niet verkleum, én hopen dat m’n fiets niet gejat wordt.


Vanwege de leesbaarheid van dit blog zal ik u de complete schoonmaakceremonie besparen. Wel wil ik de plaats van handeling toelichten. Figuurlijk dan, want dat is juist het probleem; er is geen licht onder de grote stenen poort onder mijn woning. Nou ja, het is er wel, maar werkt met een bewegingsmelder. Elke 20 seconden floept het licht uit en sta je weer in het donker te poetsen. En die melder staat nou niet wat je zegt gevoelig afgesteld. Pas na wilde armbewegingen gaat de lamp weer branden. Voor 20 tellen….

Dit weekend heb ik echter voor het eerst een klein beetje lol gehad om mijn kneuterige wasprocessie. Het definitieve einde is namelijk in zicht. Nee, project ‘Ster’ gaat natuurlijk onverminderd door. Maarrrrr... we hebben een huis gekocht! Zowaar, een heus grote mensenhuis, met tuin, schuur en achterom. Vanaf mei geen omkleedsessies en gesjouw meer, maar de fiets onder de veranda en de tuinslang er op. Daarna lekker spetteren in een warm bad en opdrogen voor de houtkachel. Heerlijk!

Dus wilt u lachen om een wanhopig om zich heen slaande kleumende wielrenner met een spons in z’n hand? Rond de klok van 5 aan de Kamperstraat, nog even....

vrijdag 14 januari 2011

Nog een slang in mijn buik

- Dag 57: 1uur rustige duurloop-
Een week lang heb ik 2 slangetjes in mijn buik. De ene heb ik al meer dan 15 jaar, nou ja, elke 3 dagen een nieuwe. Die is van mijn insulinepomp, een apparaatje dat 24 uur per dag insuline afgeeft. Die insuline loopt via een slangetje en een infuusje op mijn buik mijn lichaam in. Ik kan zelf de toe te dienen hoeveelheid insuline aanpassen. Insuline inspuiten hoeft in principe niet meer. Goed spul, zo'n pomp.

Hoeveel insuline ik nodig heb is afhankelijk van mijn bloedglucosewaardes. Daarom moet ik regelmatig in mijn vinger prikken om die waarde te meten. Normaal gesproken zo'n 5x per dag, maar nu ik dagelijks fanatiek sport wel 8 tot 10x per dag.

Nu is er een paar jaar geleden een geweldige uitvinding gedaan: de glucosesensor. Dit is een sensor die onder de huid ingebracht wordt, en via een zendertje elke 5 minuten bloedsuikerwaardes doorstuurt naar de insulinepomp. Op de pomp kun je de waardes aflezen zodat je een veel beter beeld krijgt van de schommelingen in suikerspiegel. Daarnaast kun je snel actie ondernemen als je ziet dat dit nodig is, en hoef je je vingers niet meer helemaal lek te prikken.

Dit is pas echt goed spul! Hebben dus, die continue sensor! Helaas, de sensoren zijn schrijnend duur, en geen enkele zorgverzekeraar vergoed ze. Degene die ik nu heb is van het ziekenhuis en krijg ik een weekje te leen van mijn internist Henk Bilo en diabetesverpleegkundige Harma Israel (waarvoor dank!).

Beste vrienden van zorgverzekeraar De Friesland, mijn suikers schommelen al jaren als een jojo. Henk, Harma en ik doen er alles aan deze onder controle te krijgen. In een ultieme poging train ik me nu zelfs de ballen uit de broek om door een topsportregime de boel weer in het gareel te krijgen. Zouden jullie mij niet een klein beetje willen helpen? Een weekje aan de sensor is mooi, maar zet natuurlijk geen zoden aan de dijk. Vindt ook dr Bilo, de onbetwiste ayatollah op insulinepompgebied. Als arts, internist, nefroloog, professor, hoogleraar, docent aan de Oxford University en Officier in de Orde van Oranje-Nassau zal hij daar toch wel een heel klein beetje verstand van hebben, denken jullie niet?

Of zou het goedkoper zijn te wachten totdat mogelijke complicaties van een slecht ingestelde diabetes zich voordoen? Even ter herinnering: hart- en vaataandoeningen, nierziekten, maag- en darmklachten, geen gevoel meer in voeten, handen en penis, blindheid en dementie. Dankzij 25 jaar sport blijft het bij mij nog beperkt tot handen en voeten die 's winters snel koud worden en wondjes die traag helen. Overige complicaties dacht ik niet, maar dat kan ik me niet zo goed herinneren.

Behandeling voor al die complicaties lijkt me een heel stuk prijziger dan het bij voorbaat vergoeden van een sensor. Dus beste vrienden van De Friesland, héél graag een positief antwoord op het verzoek van Bilo. Een Ster van Zwolle voor rolstoelers is er immers niet.

dinsdag 11 januari 2011

Gesperrt

-Dag 54: 2uur extensief interval en 1,5uur core stability/krachttraining-
In de polder tussen Hattem en de IJssel kwam ik ze opeens tegen. Vers ingegraven houten palen langs de kant van de weg. Met wit geschilderde bovenkanten priemden ze aan weerzijden een meter of 2 de lucht in. Om de 40 meter een nieuwe antenne in het lege landschap.

Wat had dit te betekenen? Had de gemeente Hattem vlak voor de jaarwisseling ontdekt dat haar subsidiepotje voor contrasterende plattelandskunst nog niet helemaal leeg was, en daarom snel een veelbelovende jonge kunstenaar aan het werk gezet? Of vieren de bewoners van de 8 boerderijen in deze polder komend weekend hun dorpsfeest en komen er nog kleurige borden en lampionnen aan te hangen?

Ook leken ze wel op de palen die je op bergpassen vaak langs van de weg ziet. Als markering, zodat auto's niet het ravijn in duikelen als er een meter sneeuw ligt. Ik dacht toch dat Erwin Kroll lente-achtige temperaturen in het vooruitzicht had gesteld?

Natuurlijk ging hier niet om sneeuw, maar om overstromingsgevaar. Als pré-ramptoerist trapte ik verder. Ik zag een boer een extra laag plastic over zijn kuilgras aanbrengen. De buurman bracht zijn landbouwmachines in veiligheid. Bij een brug wat verderop stuitte ik op een heuse wegversperring. Met linten, hekken, gebodsborden en zandzakken was overduidelijk gemaakt dat vanaf daar de kans op waterfietsen niet onrealistisch zou zijn. Het water klotste tegen de onderkant van de brug. Aan de overzijde was de polder al ondergelopen. De weg stak er als een soort strekdam tussen door. Nu werd het leuk!

Ik ging de brug over en vervolgde de weg. Her en der stroomde het water er over heen. Hoe verder ik kwam, hoe meer water en des te dichter het richting mijn assen kwam. Plotseling slipte mijn achterwiel. Ik probeerde te corrigeren, maar ook mijn voorwiel gleed mee richting de sloot. IJs! Er was een grote plaat ijs op de weg gespoeld en ik reed er dwars overheen. Snel klikte ik uit de pedalen en bracht mijn voeten naar het ijs. Fraaie boeggolven verschenen achter mijn voeten. Ik gleed mezelf tot stilstand en stond tot mijn enkels in het water. Gatverdamme... het was 2 graden en ik was nog maar met de warming up bezig. Elk moment verwachte ik de ijskoude, natte traktatie tussen mijn tenen. Het bleef uit. Natuurlijk, ik had broodzakken om mijn voeten gedaan! Niet tegen het water, maar tegen de kou. Geniaal. Zandzakken en broodzakken, daar win je de oorlog wel mee.

dinsdag 4 januari 2011

Team Hanzerenners rijdt de Ster!

- Dag 47: 1,5u hersteltraining en 1u kracht/core-stability -
Breaking news: de Hanzerenners hebben als ploeg een uitnodiging op zak voor de Ster van Zwolle 2011. Hulde! Nu zit er nog maar één ding op: mezelf in die ploeg rijden!

Het meedoen van de Hanzerenners aan de nationale openingswedstrijd van het wielerseizoen lijkt als thuisrijdende vereniging een vanzelfsprekendheid, maar niets is minder waar. De klassieker is voor 2011 namelijk opgewaardeerd naar  de internationale status 1.2. Dit betekent dat ook continental wielerteams aan de start mogen staan. Dat klinkt heel wat, maar verwacht nu niet meteen de broertjes Schleck op het Grote Kerkplein. Pro Tour-teams als Rabobank en Vacansoleil zijn uitgesloten van deelname. Wel zullen tijdens de 51e editie van de Ster de (semi-)profs van Rabobank Continental team (de opleidingsploeg dus), Jo Piels en Van Vliet-EBH-Elshof aan de start verschijnen. En wie weet nog een buitenlands team uit dit rijtje. Hanzerenners zal als nieuwbakken clubteam ongetwijfeld de Calimero op de startlijst zijn. Who cares, we zijn dr bij en dat is priehiema!

maandag 3 januari 2011

Sterretje of kruisje?

-Dag 46: 1u spinning-
Zo. Dat was best druk; trainen voor de Ster én de Elfstedentocht. Het bloggeren schoot er volledig bij in. Zoals mijn oma gezegd zou hebben: 'och mien jong, ie weet'n van veur'n nie meer daj van achter'n leeft!'. En zo was 't maar krekt. Maar no worries, beste lezers. De afgelopen 2 weken ging het linea recta van het ijs op de fiets en vice versa.

Jazeker is er nog gefietst! Snerpende kou, gure wind, sneeuw en gladheid, niets kon mijn trouwe ATB en mij er van weerhouden de paden op en de lanen in te gaan. Idioot... hoor ik u denken. Ga toch lekker op de Tacx voor de TV je uurtjes maken. Ik geef toe, dat had prima gekund. Maar zo'n Tacx, dat is toch wel de ultieme saaiheid. Gewoon buiten, met pekel, sneeuw en modder op het gezicht, glibberend in de slipstream van een strooiwagen... noem me een masochist, ik vind het stiekum best euh... cool. Siberische omstandigheden tijdens de Ster van 2011? Kom maar op Tacx-watjes!


Als natuurijsliefhebber pur sang moest er uiteraard ook ouderwets gescheuveld worden. De Friese meren, de Alde Feanen, de Deelen, Weerribben en Wieden, ze moesten allemaal aan mijn glijgeestdrift geloven. Formidabel mooi, superlatieven schieten tekort. Het ging echter niet enkel en alleen om het übergenot. Er moest wel degelijk een beetje getraind worden, want ik ben ingeloot. En hij zou toch maar komen... Vergeleken met het kruisje is de Ster dan maar een heel miezerig sterretje. Helaas, de vele eikels in de herst, de extra dikke vacht van de Dalmatiër van de achterbuurman en de jicht van Rene Ruitenberg ten spijt, de dooi lijkt nu definitief ingevallen.

Vanaf heden dus weer tijd voor verse fietsavonturen op dit medium, én alle focus op 26 februari, de dag van de Ster. Hoewel, op welke datum werd de voorlaatste Tocht der tochten alweer verreden? Ploegleider, je weet het hè, ijs en weder dienende...